NL
De trekker gebruiken
66
4
42138_a
Rit voorbereiden bij temperaturen onder 10
°C
ADVICE
1. Controleer of de maaier NIET is in-
geschakeld. Controleer daarvoor de
kantelschakelaar (1e).
2. Start de motor en laat deze voor
de optimalisering van de viscositeit
van de transmissie-olie ongeveer 30
seconden lang warmlopen. Daarna
kunt u met de trekker rijden. De
maaier mag pas worden ingescha-
keld wanneer de motor enkele minu-
ten draait.
Met hydrostaat (pedaalbediening) rijden
1. Druk het rempedaal (4a) in en blokkeer het
met de vaststelhendel (4b).
2. Stel de maaier in op de hoogste maaihoogte
(5b).
3. Start de motor.
4. Druk de rem in (4a).
5. Druk langzaam op het voetpedaal voor de ge-
wenste rijrichting.
Voorwaarts: voetpedaal (3b)
Achterwaarts: voetpedaal (3a)
6. Hoe verder u het pedaal indrukt, hoe sneller
de trekker zich in de gewenste richting ver-
plaatst.
7. Om te stoppen, laat u het voetpedaal los en
drukt u het rem-/koppelingspedaal (4a) in.
ADVICE
Trek altijd, wanneer u de trekker verlaat,
de vaststelhendel (4b) bij ingeduwd rem-
pedaal aan, zodat de trekker niet kan
wegrollen!
Met cruise control rijden
ADVICE
De cruise control kan enkel worden inge-
schakeld bij voorwaarts rijden.
Wanneer de rem wordt ingedrukt, wordt
de cruise control automatisch uitgescha-
keld.
Cruise control in-/uitschakelen
Hendel (1c) naar boven draaien.
De cruise control wordt ingeschakeld.
Hendel (1c) naar beneden draaien.
De cruise control wordt uitgeschakeld.
Rijden en maaien op hellingen
WAARSCHUWING!
Gevaar door fout bij het rijden op hel-
lingen!
Wees bijzonder voorzichtig bij het rijden
op hellingen! Er bestaat geen „veilige“
helling.
Neem daarvoor vooral de volgende vei-
ligheidsinstructies in acht!
Wanneer de wielen doordraaien of wan-
neer het voertuig bij het omhoogrijden
op een helling blijft steken, schakel
de maaier en de hulpstukken uit. Rijd
daarna langzaam en recht vooruit de hel-
ling af!
Door het gewicht verhoogt een volle gra-
sopvangbak het kantelgevaar van de ga-
zontrekker!
Rijd niet op hellingen van meer dan 10°
(18%). Voorbeeld: dat komt overeen met een
hoogteverschil van 18 cm over een lengte
van een meter.
Rijd niet met schokken.
Rem niet met schokken.
Houd de rijsnelheid laag.
Rijd altijd dwars op de helling.
Versnel niet stevig.
Stuur niet met schokken.
Maaien met de gazontrekker
Voor een zuiver maairesultaat moet de rijsnelheid
worden aangepast aan de gazonverhoudingen.
Kies voor het maaien maximaal 2/3 van de mogel-
ijke rijsnelheid met het pedaal. De maximale snel-
heid van de trekker is uitsluitend bestemd voor de
rijmodus zonder ingeschakelde maaier.
Doorgaans bedraagt de maaihoogte 4 - 5 cm.
Dit komt overeen met het 2e of 3e raster van
de hoogteverstelling (5b). Maai met een hogere
maaihoogte wanneer het gras vochtig en nat is.
Maai doelmatig in twee doorgangen wanneer
het gras zeer hoog is. Stel de maaier bij de
eerste doorgang op maximale maaihoogte. Bij
de tweede doorgang kunt u deze dan op de ge-
wenste hoogte instellen.
Summary of Contents for SXE213H95
Page 3: ...442138_a 3 ...
Page 4: ...4 442138_a ...
Page 5: ...442138_a 5 ...
Page 6: ...6 442138_a ...
Page 7: ...442138_a 7 ...
Page 8: ...8 442138_a ...