• Selecteer het gewenste programma met de
programmakeuzeknop
(1). Het lampje in de
Start/Pauze
-knop gaat aan.
• Kies eventueel een extra functie, zoals halve belading en/of uitgestelde start.
• Zet de machine aan door op de
Start/Pauze
-knop te drukken. Het lampje in de
Start/Pauze
-knop gaat uit en het
indicatielampje bij de functie
Wassen
(3) gaat aan.
Het verloop van het programma kunt u volgen via de indicatielampjes op het bedieningspaneel. Als de vaatwasmachine bezig is
met wassen, spoelen of drogen, zal het indicatielampje (3) blijven branden. Tijdens het drogen zal de vaatwasmachine weinig tot
geen geluid maken. gedurende 40 tot 50 minuten. Wanneer het indicatielampje
Klaar
(3) oplicht, is het programma beëindigd.
• Zet de vaatwasmachine uit door de
programmakeuzeknop
(1) op de stand
●
te draaien.
TIP!
Open de deur op een kier als het wasprogramma klaar is en wacht enkele minuten met het leeg maken van de
vaatwasmachine. Het vaatwerk is nog heet en kan door de hitte breken. Laat daarom het vaatwerk enkele
minuten afkoelen en het zal ook beter drogen.
Als u een wasprogramma handmatig wilt stoppen of een ander programma wilt kiezen terwijl de vaatwasmachine al aan is.
• Open de deur voorzichtig als het programma al in werking is.
• Druk gedurende 3 seconden op de
Start/Pauze
-knop (2) terwijl de vaatwasmachine aan is. Het lampje
Drogen
zal aan gaan als
indicatie dat het programma gepauzeerd is. De machine zal gedurende ca. 30 seconden het al aanwezige water wegpompen.
• Zodra het programma beëindigd is, zal het indicatielampje
Klaar
(3) oplichten.
• Zet de vaatwasmachine uit of stel een ander programma in.
de vaatwasmachine instellen
5
DE VAATWASMACHINE AAN EN UIT ZETTEN
EEN WASPROGRAMMA BEËINDIGEN OF WIJZIGEN
1
2
3
●
14
•
Nederlands