
VOORAANZICHT
ACHTER-
AANZICHT
1
2
3
Montage van vaste-montagebeugel
Afb. 1b.
3.4 Pre-installatie: MX2-stangklemoriëntatie
BELANGRIJK!
Voor montage van de MX2-stangklemmen moet eerst de
richting van de klemmen worden bepaald.
Voor een
standaardopstelling
worden de stangklemmen (
A
) in elkaar gezet en
gemonteerd aan de rugleuningstangen in de
meest achterwaartse
positie. Met deze
configuratie wordt de beschikbare zitdiepte op de rolstoel maximaal benut; zie
afb. 2a.
Bij een
gespiegelde configuratie*
worden de stangklemmen (
A
) 180° op de
rugleuningstangen gedraaid. Met deze configuratie wordt de beschikbare zitdiepte op de
rolstoel tot een minimum beperkt, en wordt de MX2-rugleuning indien nodig meer
naar
voren
gezet; zie
afb. 2b.
De stangklemmen (
A
) zorgen voor voor- en achterwaartse verstelling van
38 mm
(
1,5
”
)
(ten opzichte van de rugleuningstangen), afhankelijk van de gekozen montagestand
Afb. 1a.
3.0 MX2-
RUGLEUNING
-
VASTE MONTAGE
A
C
B
A
B
C