NL
19
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Uitgestelde start
Als de functie “Uitgestelde Start”
is geactiveerd
(
zie “Persoonlijke Instellingen”
) zal, nadat het programma is
gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort
gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd
getoond, met het knipperen van het betreffende controle-
lampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het inge-
stelde programma van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd.
Als de gekozen optie niet compatibel is met een voorheen
ingestelde optie, zal dit worden aangegeven door het knip-
peren van het betreffende controlelampje en een geluids-
signaal (3 pieptonen). Alleen de tweede optie zal worden
geactiveerd en het lampje van de geactiveerde optie zal
aangaan
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt
geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat. Om de deur te openen tijdens
de wascyclus drukt u op de knop START/PAUSE; als het
controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het
deurtje openen (wacht circa 3 minuten).
Een programma starten
Snelle programmering
1
.
HET WASGOED INLADEN.
Open de deur. Laad het
wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te
overschrijden aangegeven in de programmatabel op de
volgende bladzijde.
2
.
WASMIDDEL DOSEREN.
Trek het bakje naar buiten
en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aan-
gegeven in “
Wasmiddelen en wasgoed”.
3
.
SLUIT DE DEUR
.
4
. Druk op de toets “PUSH & WASH” om het
wasprogramma te starten.
Traditionele programmering
1.
Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle
controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna
blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het
geselecteerde programma aan, en knippert het controle-
lampje START/PAUSE.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Waterafvoer
Einde hoofdwas
END
2.
Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3.
Stel het gewenste programma in met de PROGRAM-
MAKNOP.
4.
Stel de wastemperatuur in (
zie “Persoonlijke instellingen”).
5.
Stel het centrifugetoerental in (
zie “Persoonlijke instellingen”).
6.
Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (
zie “Wasmidde-
len en wasgoed”).
7.
Selecteer de gewenste functies.
8.
Start het programma door op de START/PAUSE toets te
drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen
licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet
u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE
toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9.
Aan het einde van het programma gaat het controlelam-
pje
aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minu-
ten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier
staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasauto-
maat uit in met de ON/OFF toets.