Besturingsapparaat
voor LEDʼs van 12 V
of 24 V
Lees deze bedieningshandleiding grondig
door, alvorens het apparaat in gebruik te
nemen, en bewaar ze voor latere raadple-
ging.
1 Toepassingen
Het apparaat CU-3IR wordt gebruikt om
LEDʼs of LED-kettingen te sturen die een
voedingsspanning nodig hebben tussen
12 V
en 24 V . De aangesloten LEDʼs
mogen samen niet meer dan 10 A verbruiken.
Uit het gamma van “img Stage Line” kunnen
b.v. volgende artikelen met het besturingsap-
paraat worden gebruikt:
LEDL-9/RGB
LEDM-3/RGB
LEDS-5/RGB
LEDS-5MP/RGB
LEDS-5MPL/RGB
LEDS-5WP/RGB
2 Belangrijke gebruiksvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle
vereiste EU-Richtlijnen en is daarom geken-
merkt met
.
G
Het apparaat is enkel geschikt voor
gebruik binnenshuis; vermijd druip- en
spatwater, plaatsen met een hoge vochtig-
heid en uitzonderlijk warme plaatsen (toe-
gestaan omgevingstemperatuurbereik:
0 – 40 °C).
G
Gebruik voor de reiniging uitsluitend een
droge, zachte doek. Gebruik in geen geval
chemicaliën of water.
Copyright
©
by MONACOR INTERNATIONAL GmbH & Co. KG, Bremen, Germany. All rights reserved.
A-1013.99.02.02.2011
®
CU-3IR
Bestelnr. 38.4060
ww
ww
ww
..ii
mm
gg
sstt
aa
gg
eell
iinn
ee..
ccoo
mm
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd
gebruik, verkeerde aansluiting, foutieve
bediening of van herstelling door een niet-
gekwalificeerd persoon vervalt de garantie
en de verantwoordelijkheid voor hieruit
resulterende materiële of lichamelijke
schade.
3 Montage en aansluiting
1) Schroef het besturingsapparaat evt. op
een geschikte plaats vast. Zorg daarbij dat
de infraroodsensor (2) voor de besturing
met de afstandsbediening steeds zicht-
baar is.
2) Sluit de LEDʼs aan op de aansluitingen
OUTPUT (1). De belasting door de LEDʼs
mag in totaal de waarde van 10 A niet over-
schrijden, anders wordt het besturingsap-
paraat beschadigd.
R = negatieve pool voor rode LEDʼs
G = negatieve pool voor groene LEDʼs
B = negatieve pool voor de blauwe LEDʼs
+ = gemeenschappelijke positieve pool
3) Voor de voedingsspanning hebt u een
gestabiliseerde netadapter nodig. Stel de
netadapter in op de spanning die nodig is
voor de aangesloten LEDʼs (min. 12 V ,
max. 24 V ). De netadapter moet de
stroom kunnen leveren die nodig is voor
de werking van de LEDʼs plus een voe-
dingsspanning van 100 mA voor de CU-3IR.
Sluit de netadapter aan op de contacten
INPUT (3).
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het
dan voor milieuvriendelijke verwer-
king aan een plaatselijk recyclage-
bedrijf.
4 Bediening
4.1 Afstandsbediening
1) De afstandsbediening wordt met aange-
brachte batterijen geleverd. Om te voor-
komen dat de batterijen tijdens de opslag
zouden ontladen, werd er een isolatiefolie
tussen de batterijen en de batterijcontac-
ten gestoken. Trek deze folie aan de ach-
terzijde van de afstandsbediening uit het
batterijvak, voordat u de afstandsbedie-
ning een eerste keer in gebruik neemt.
Anders kan de afstandsbediening niet
werken.
2) Houd bij het bedienen van een toets de
afstandsbediening steeds in de richting
van de sensor IR (2). De visuele verbin-
dingslijn tussen de afstandsbediening en
de sensor mag worden belemmerd.
3) Als de reikwijdte van de afstandsbedie-
ning afneemt, moet u de batterijen ver-
vangen. Duw hiervoor aan de achterzijde
van de afstandsbediening de kleine gren-
del met de groef naar rechts en trek de
batterijhouder er tegelijk uit.
U hebt twee 1,5 V-knoopcellen van het
type CR 2880 nodig. Als u ze aanbrengt,
zorg dan dat de voorste knoopcel met de
positieve pool en de achterste knoopcel
met de minpool naar boven is gericht.
Als de afstandsbediening langere tijd
niet wordt gebruikt, neemt u de batterijen
eruit, zodat de afstandsbediening niet
wordt beschadigd bij eventueel uitlopen
van de batterijen.
Lege batterijen horen niet in het
huisvuil. Verwijder ze voor een
milieuvriendelijke verwerking uit-
sluitend als KGA (b.v. de inza-
melbox in uw gespecialiseerde
elektrozaak).
1.
2.
NL
B
1
Aansluitingen OUTPUT voor de LEDʼs
2
IR-ontvanger voor de afstandsbedie-
ningssignalen
3
Aansluitingen INPUT voor de voedings-
spanning
De voedingsspanning moet overeenstem-
men met de spanning die nodig is voor de
aangesloten LEDʼs
min. 12 V , max. 24 V
4
Aansluitingen DATA voor een uitbrei-
dingsmodule
5
Aanduidingen
POWER POWER-LED
M / S
licht continu op
WORK
licht op volgens het ritme van
het besturingsprogramma
POWER
M/S
WORK
IR
OUTPUT
+
R G B
+
–
A
B
INPUT
DATA
IR
3-CH. LED CONTROLLER
CU-3IR
1
2
3
4
5