25
HET VOORWIEL OP DE MAAIUNIT MONTEREN
(Fig.1)
1. Monteer het voorwiel zoals getoond op de maaiunit met
de borstbout, de sluitring en de borgmoer uit de zak met
onderdelen. Goed vastmaken.
DE MAAIUNIT EN DE AANDRIJFRIEM INSTALLEREN
Zorg ervoor dat de tractor op een vlakke ondergrond staat en
schakel de parkeerrem in.
1. Zet de hendel van de hefi nrichting in de laagste stand.
VOORZICHTIG
: De hendel van de hefi nrichting heeft veer-
belasting. Pak de hendel van de hefi nrichting goed vast, breng
hem langzaam naar beneden en zet hem vast in de laagste
positie.
2. Draai het stuur zo ver mogelijk naar links en plaats de ma-
aiunit aan de rechterzijde van de tractor met de ketsplaat
(Fig. 2) naar rechts.
3. Verwijder de plastic band waar de riem mee vastzit, breng
de riem naar voren en controleer of de riem goed in alle
groeven van de riemschijven loopt (Fig. 3)
LET OP
: Zorg ervoor dat de draagarmen aan de zijkant van de
maaiunit (A) naar voren wijzen voordat u de maaiunit onder de
tractor schuift.
4. Schuif de maaiunit onder de tractor tot precies in het mid-
den.
5. INSTALLEER EERST DE ANTIROLBAR (Fig. 4 - 5).
- Steek de antirolbar (S) vanaf de rechterkant van de ma-
aier in het gat in de transmissiesteun (T).
- Zwenk de antirolbar naar u toe en steek het andere
einde van de antirolbar in het gat in de achterste steun (D).
Beweeg de maaier zodanig dat de antirolbar goed wordt
ingebracht.
- Bevestig met een sluitring en een kleine borgveer, volgens
de afbeelding.
2
6. DE ZIJ-DRAAGARMEN VAN DE MAAIER AAN HET CHAS-
SIS BEVESTIGEN (Fig. 6) – Plaats het gat in de arm (A)
op de pen (B) aan de buitenkant van het tractorchassis en
bevestig met een sluitring en een grote borgveer.
7. Herhaal dit aan de andere kant van de tractor.
8. HEFKOPPELINGEN LINKS ACHTER BEVESTIGEN (Fig. 7)
- Steek het stang-einde van het hefkoppelingssamenstel (C)
in het gat in de hefasdraagarm (L) van de tractor en draai
de koppeling omlaag naar de tractor toe.
- Hef de zijkant achteraan van de maaier op en plaats de
gleuf van het koppelings-samenstel(C) op de pin in de
achterste maaiersteun (D) en bevestig met een sluitring en
een grote borgveer.
9. Herhaal dit aan de andere kant van de tractor.
10. Draai het stuur zo dat de wielen recht vooruit staan.
11. VOORSTE KOPPELING BEVESTIGEN (Fig. 8) – Werk
vanaf de linkerkant van de tractor. Steek het stang-einde
van het koppelings-samenstel (E) door het voorste gat in de
voorste ophangingssteun van de tractor (F) en bevestig met
een grote borgveer (G) door het gat in de koppeling achter
de beugel.
12. Steek het andere einde van de voorste koppeling (E) in het
gat in de voorste beugel van de maaier (H) en bevestig met
een sluitring en een kleine borgveer (J).
13. Ontkoppel de riemspanner (K) van de opsluitbeugel (L)
(Fig. 10).
14. Installeer de riem op de riemschijf van de koppeling (Fig. 9).
BELANGRIJK
: Controleer of de riem goed in alle riemschijf-
groeven van de maaiunit loopt.
15. Koppel de riemspanner (K) op de opsluitbeugel (L) (Fig.
10).
VOORZICHTIG
: De riemspanner heeft veerbelasting. Houd
de stang goed vast en koppel langzaam.
16. Zet de hendel van de hefi nrichting in de hoogste positie.
17. Stel indien nodig de tastwielen bij voordat u de maaiunit
gaat gebruiken, zoals in dit deel van de handleiding wordt
getoond.
D
C
B
H
E
F
M
L
A
K
S
Fig. 10