HK 25
23
ATTELAGE DE LA HERSE ROTATIVE
AU TRACTEUR
L’attelage de la Herse Rotative est conforme à la
catégorie 2.
ROTORKOPEG AAN DE TRACTOR
KOPPELEN
De rotorkopeg is construeerd voor een tractor met
driepuntshefinrichting met Catogorie 2 aanspanning.
S’assurer que les parties coulissantes
de la transmission à cardan sont
engagées sur une longueur correcte
pour ne pas venir en butée ou se
séparer pendant le travail ou le
transport.
LET OP Het is essentieel dat de aftakas
op de juiste lengte wordt gebracht,
zodat de profielbuizen niet in elkaar
vastlopen in de korste stand en niet uit
elkaar vallen in de langste stand.
Afin d´obtenir un attelage optimal, la herse rotative doit
reposer sur un sol horizontal et dur. Régler l´arbre
d´entrée de la boîte de vitesses horizontalement à
l´aide du dispositif de réglage de la profondeur (figure
22/1).
Reculer le tracteur jusqu’à ce que les parties
coulissantes du cardan soient guidées sur environ 200
mm. Installer les bras inférieurs d´attelage et les
verrouiller afin de stabiliser la machine latéralement.
Monter le cardan sur la prise de force du tracteur et
fixer les chaînes du protecteur de cardan, côté tracteur
et côté machine, pour éviter sa rotation.
Régler le bras supérieur d´attelage sur la potence et le
fixer à l´aide de la goupille. Régler la herse
horizontalement en vissant ou dévissant le bras
supérieur d´attelage (figure 22/1).
Régler la machine horizontalement dans la largeur de
travail par rapport à l´axe du tracteur à l´aide des
chandelles des verins hydraulique (figure 23/1).
Avant la mise en route de la prise de force, relever la
machine jusqu´à ce que l´arbre de cardan forme un
angle de 40°
. Régler la limitation de relevage (fig ure
23/2). Les lames ne doivent pas être à plus de 10 ou
20 cm du sol en position haute.
L´arbre de cardan ne doit pas former un angle de plus
de 15°
au travail et de 40°
en position relevage, p
rise
de force arrêtée (figure 23/2).
Vérifier que l´avant du tracteur soit suffisamment lesté.
Pour désaccoupler la machine, suivre les mêmes
procédés et s´assurer de la stabilité de la herse
rotative.
Zet de rotorkopeg op een stevige vlakke ondergrond.
Stel met de diepterol de rotorkopeg zodanig af dat de
ingaande as van de rotorkopeg horizontaal staat.
(Fig. 22/1).
Zet de tractor op een dusdanige afstand voor de
rotorkopeg zodat een minimale overlap van de aftakas
garandeert is van 200 mm wanneer deze is
aangekoppeld
Koppel de onderste hefarmen aan en borg deze aan de
koppelstang. Borg de koppelstang tegen zijdelingse
speling.
Monteer de topstang en borg de topstangpen middels
borgclips. Stel de rotorkopeg horizontaal door de
topstang te verlengen of in te korten. (F
IG
. 22/1).
Monteer de aftakas aan de tractor en borg de
aftakasbeschermkap tegen meedraaien door de ketting
aan de rotorkopeg te monteren.
Na het aankoppelen van de rotorkopeg is deze d.m.v.
de spindel aan de hefstangen evenwijdig te stellen met
de tractorachteras. (F
IG
. 23/1).
Voordat de aftakas wordt ingeschakeld wordt de
rotorkopeg met de hydrauliek geheven totdat de aftakas
een hoek maakt van 40°
. Begrens in deze stand de
maximale hefhoogte. (F
IG
. 23/2).
De aftakashoek mag tijdens het werk niet meer dan 15°
bedragen. Bij optillen tot een hoek van 40°
dient
de
aftakas uitgeschakeld te zijn.
Voer bij het ontkoppelen de diverse handelingen in
omgekeerde volgorde uit, zorg ervoor dat de rotorkopeg
op een stevige vlakke ondergrond staat en volledig is
ondersteund alvorens deze te ontkoppelen.
MAINTENIR L´ARBRE DE CARDAN
A L´AIDE DU SUPPORT UNE FOIS
LA MACHINE DESACOUPLEE.
Bij ontkoppelen van de rotorkopeg
de
aftakas
in
de
opvanghaak
plaatsen.
Fig.23/1
Fig.23/2
