![Homa C237 W3 Original Instruction Manual Download Page 58](http://html1.mh-extra.com/html/homa/c237-w3/c237-w3_original-instruction-manual_2147729058.webp)
58 | nEDErlanDS
De ontluchting kan plaatsvinden door passende
ontluchtingssystemen in de installatie of, indien
aanwezig, door ontluchtingsschroeven op de
persaansluiting.
•
Controleren of toebehoren, leidingenstelsel,
ophangvoorziening stevig en correct vastzitten
•
Controle van aanwezige niveauregelingen of droo-
gloopbeveiliging
5.5. Elektrisch systeem
Bij de aanleg en keuze van elektrische leidingen en bij het
aansluiten van de motor moeten de relevante plaatselijke
en VDE-voorschriften worden nageleefd.
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom bestaat
levensgevaar! Alle pompen met vrije kabeluiteinden
moeten door een elektricien worden aangesloten.
5.6. Motorbeveiliging
Eenfasemotor
Pompen met 230 V/1Ph-motoren zijn bij uitlevering uit-
gerust met een bedrijfscondensator.
5.7. Inschakelwijzen
Inschakelwijzen met stekker
Stekker in de daartoe bestemde contactdoos steken.
Verstelbare vochtsensorschakelaar bij type C238 WS3
De pompen zijn uitgerust met een geïntegreerde vocht-
sensor. In de uitleveringstoestand schakelt de pomp bij
een waterstand van 120 mm in en bij 40 mm weer uit.
Om het in- en uitschakelpunt te verstellen, opent u de
zwarte box aan de zijkant van de pomp. Daartoe schroeft
u beide schroeven eruit en trekt u de zwarte deksel naar
boven eraf. U ziet nu drie sensoren. Deze kunt u naar
boven en beneden schuiven. Daartoe draait u de bijbe-
horende schroef los, schuift de sensor naar de nieuwe
positie en draait de schroef weer vast.
Met sensor 3 verschuift u het startpunt van de pomp.
Deze kan tussen 5 mm en 145 mm worden geposition-
eerd. Met sensor 2 verschuift u het uitschakelpunt van
de pomp.
Deze kan tussen 1 mm en 40 mm worden gepositioneerd.
Sensor 1 moet altijd overeenkomen met sensor 2. Deze
mag nooit boven de middelste sensor staan. Dit is con-
structief gewaarborgd door een aanslag op sensor 2.
Staan de sensoren 1 en 2 in de laagste positie, dan pompt
de pomp het water tot een resthoogte van 1 mm weg.
Na het instellen van de sensoren moet de zwarte deksel
weer met de twee schroeven worden gemonteerd.
In het geval dat de sensoren met de houder voor reinig-
ings- of onderhoudswerkzaamheden zijn verwijderd, moet
er bij de montage beslist op worden gelet dat deze weer
in de juiste volgorde worden gemonteerd. De sensoren
mogen in geen geval worden verwisseld.
ST
AR
T
STOP
TOT
AL
120 mm
40 mm
Automatische vochtsensorschakelaar bij type C237
WF3
De pompen zijn voorzien van een vochtsensorschake-
laar, die de pompen al bij een waterstand van 4,5 mm
inschakelt en tot 2 mm laat afpompen. De sensorschake-
laar is via een kabel verbonden met de pomp.
5.7.1. Na het inschakelen
De nominale stroom wordt bij het opstartproces geduren-
de korte tijd overschreden. Na beëindiging van dit proces
mag de bedrijfsstroom de nominale stroom niet meer
overschrijden. Wanneer de motor na het inschakelen niet
meteen start, moet de machine onmiddellijk worden uit-
geschakeld. Voordat er een nieuwe inschakeling plaats-
vindt, moeten de schakelpauzes volgens de Technische
gegevens worden aangehouden. Als de storing zich
opnieuw voordoet, moet de machine onmiddellijk weer
worden uitgeschakeld. Een nieuwe inschakelpoging mag
pas worden gestart als de fout is verholpen.
De volgende punten moeten worden gecontroleerd:
•
Bedrijfsspanning (toegestane afw/- 5% van de
nominale spanning)
•
Frequentie (toegestane afwijking -2% van de nomi-
nale frequentie)
•
Stroomverbruik (toegestane afwijking tussen de
fasen max. 5%)
•
Spanningsverschil tussen de verschillende fasen
(max. 1%)
•
Schakelfrequentie en -pauzes (zie Technische
gegevens)
•
Minimale afdekking door water, niveauregeling,
droogloopbeveiliging
•
Rustige loop
•
Op lekkages controleren, evt. de nodige stappen
ondernemen volgens hoofdstuk “Onderhoud”
Summary of Contents for C237 W3
Page 47: ...FrancAIS 47 Notizen Notes...
Page 62: ...Notizen Notes...