19
Nederlands
HET MONTEREN EN DEMONTEREN VAN
HET SCHAAFIJZER EN HET INSTELLEN VAN
DE SNIJDIEPTE
1. Demontage van het schaafijzer:
(1) Maak de snijvlakhouder los met de bijgeleverde
steeksleutel, als aangegeven in
Afb. 8
.
(2) Verwijder het freessnijvlak door het te schuiven met
de bijgeleverde steeksleutel, als aangegeven in
Afb.
9
.
LET OP
䡬
Er moet op gelet worden, dat de handen niet
verwond worden.
2. Montage van het schaafijzer:
LET OP
䡬
Voor het monteren verwijdert men zorgvuldig al
het stof, dat zich op het schaafijzer afgezet heeft.
(1) Monteer het nieuwe freessnijvlak door het op de
gemonteerde plaat (B) te schuiven zodat de punt
van het snijvlak met 1 mm uit het einde van het
freeszwart steekt, als aangegeven in
Afb. 10
.
(2) Bevestig de moer aan de snijvlakhouder, als
aangegeven in
Afb. 11
, en het vervangen van het
snijvlak is gebeurd.
(3) De snijkop wordt omgedraaid en men bevestigt de
andere kant op dezelfde manier.
3. Het instellen van de hoogte van het schaafijzer:
(1) Gebruik de bijgeleverde steeksleutel om de drie
moertjes die het freessnijvlak tegenhouden los te
maken en verwijder de snijvlakhouder, als
aangegeven in
Afb. 12
.
(2) Schuif, nadat het freessnijvlak is verwijderd, de
gemonteerde plaat (B) in de richting van de pijl,
als aangegeven in
Afb. 13
, om de gemonteerde
plaat (B) te demonteren.
(3) Maak de twee schroeven los die het freessnijvlak,
de gemonteerde plaat (A) en de gemonteerde plaat
(B) op hun plaats houden.
(4) Duw het gedraaide oppervlak van de gemonteerde
plaat (A) richting het muuroppervlak b, terwijl u
ondertussen de snijkant van het freessnijvlak afstelt
op het muuroppervlak a van het gemonteerde
meetinstrument, als aangegeven in
Afb. 14
en
15
.
Zet ze vervolgens vast met de 2 schroeven.
(5) Plaats een gedraaid gedeelte van de gemonteerde
plaat (A) bevestigd aan de gemonteerde plaat (B)
in een groef op het vlakke gedeelte van het
freeszwart, als aangegeven in
Afb. 16
en
17
.
(6) Plaats de snijvlakhouder op de afgemaakte montage
en zet hem vast met de drie moertjes. Zorg beslist
dat de moertjes stevig vast zitten.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Inspectie van het schaafijzer:
Het verder gebruik van stompe of beschadigde
schaafijzers leidt tot verminderd schaafeffect en kan
overbelasting van de motor veroorzaken. De
schaafijzer moeten zo dikwijls mogelijk vernieuwd
worden.
2. Behandeling
LET OP
䡬
De voorste plaat, de achterste plaat en de
instelknop voor de spaandikte zijn voor het
bereiken van een bijzonder grote precisie exact
bewerkt. Wanneer deze delen ruw behandeld
worden of blootgesteld worden aan sterke
mechanische slagen, kan dat leiden tot een
verminderde precisie en schaafeffect.
Deze delen moeten met bijzondere zorgvuldigheid
worden behandeld.
3. Inspectie van de bevestigingsschroef:
Alle bevestigingsschroeven worden regelmatig
geinspecteerd en gecontroleerd of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven
losraakt, dan moet deze onmiddellijk opnieuw
aangedraaid worden. Gebeurt dat niet, dan kan dat
tot aanzienlijke gevaren leiden.
4. Inspectie van de koolborstels (Afb. 19)
Bij de motor zijn koolborstels gebruikt, die
onderhevig zijn aan slijtage.
Versleten koolborstels leiden tot problemen bij de
motor. Dientengevolge dienen de koolborstels
vervangen te worden door borstels die hetzelfde
nummer hebben als de afbeelding aantoont,
wanneer de koolborstel versleten, of bijna versleten
zijn. Bovendien moeten de koolborstels altijd schoon
zijn en zich vrij in de borstelhouders kunnen
bewegen.
5. Het wisselen van de koolborstel:
Na het verwijderen van de spaankast kan de
koolborstel en veer gemakkelijk met een
schroevedraaier verwijderd worden.
6. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het “hart” van het electrische
gereedschap. Er moet daarom bijzonder zorgvuldig
op gelet worden, dat de wikkeling niet beschadigt
en/of met olie of water bevochtigd wordt.
AANTEKENING
Op grond van het voortdurende research- en
ontwikkelingsprogramma van HITACHI zijn
veranderingen van de hierin genoemde technische
opgaven voorbehouden.
Informatie betreffende luchtgeluid en trillingen
De gemeten waarden zijn verkregen overeenkomstig
EN50144.
Het doorsnee A-gewogen geluiddruknivo is 94 dB (A)
Het standaard A-gewogen geluiddruknivo is 107 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
De doorsnee gewogen effektieve acceleratiewaarde is
gelijk aan of minder dan 2,5 m/s
2
.