84
3.1 Het installatiemenu oproepen
3.2 Instellen in veilige stand
In de veilige stand wordt de systeemstatus bepaald wanneer de RF-verbinding uitvalt (bijv. wanneer
de kamereenheid niet meer communiceert doordat de batterijen leeg zijn). Als het systeem een direct
systeem is (radiator), zal als gevolg van de fabrieksinstelling het systeem terugkeren naar een ingesteld
punt van 10°C ter bescherming tegen vorst. Indien indirecte lussen worden toegevoegd, zal het systeem
blijven werken op de laatst gecommuniceerde temperatuur.
3. Installatiemenu
Via het installatiemenu kunnen de systeeminstellingen worden aangepast voor bepaalde toepassingen,
om de bijzondere functies van de kamerthermostaat anders te gebruiken of om de fabrieksinstellingen te
wijzigen. De parameters zijn verdeeld in twee reeksen:
- Parameters uit reeks 1: instelling
kamerthermostaat
- Parameters uit reeks 2: instelling
systeem
Hoofdstuk
3.5 Volledig installatiemenu voor de installateur
bevat een volledig overzicht van alle
parameters.
Druk op de toets.
Houd de toets en de twee PROGRAM
et
toetsen tegelijk ingedrukt.
Druk op de of
-toets om de fabrieks-
instelling te wijzigen.
De informatie op het
scherm knippert om
aan te geven dat er iets
gewijzigd is.
Druk op de groene
toets om de
wijziging te bevestigen.
De informatie knippert
niet meer.
Druk op de PROGRAM
toets om naar
categorie
2
( ) te gaan (parameters 1 t/m 5).
Druk op de
of
-toets om het menu weer te
verlaten.
Druk op de
toets om naar de
volgende parameter
te gaan.
Op het scherm verschijnt de eerste parameter
voor installateurs uit
categorie 1
(van parameters
1 t/m 19)
1
2
3
4
5
6
7
1..6
MANAUTO
1
2
3
4
5
6
7
1
2
2
Installatierichtlijnen
Summary of Contents for ATW-RTU-02
Page 112: ...PMML0213 rev 0 11 2010 ...