11
7)
Zorg ervoor dat de alarm- of vergrendelingssymbolen niet verschijnen.
Raadpleeg, indien nodig, de gids voor het oplossen van
problemen (zie § 6.4).
8)
Leg het waterdebiet vast met behulp van de bypassklep (zie § 3.6 en
2.1), zoals respectievelijk vastgelegd is voor ieder model, zodat er een
temperatuurverschil van 2°C is tussen het Binnenkomend en Uitgaand
water.
9)
Wanneer het toestel enkele minuten gedraaid heeft, controleer dan dat de
lucht die eruit komt,afgekoeld is (tussen 5° en 10°).
10)
Stop de filterpomp terwijl de eenheid blijft draaien. De eenheid moet
automatisch stoppen en de foutcode E03 weergeven.
11)
Laat de eenheid en de zwembadpomp 24u op 24u draaien todat de
gewenste watertemperatuur bereikt is. Wanneer het binnenkomend
water de gewenste temperatuur bereikt heeft, zal de eenheid stilvallen.
Ze zal automatsch opstarten (als de zwembadpomp in werking is) als
de temperatuur van het zwembad 0.5°C lager is dan de gewenste
temperatuur.
Debietschakelaar
- De eenheid is voorzien van een debietschakelaar die de
warmtepomp inschakelt wanneer de filterpomp van het zwembad in werking
is, en uitschakelt wanneer de de filterpomp stopt. Bij onvoldoende water zal
de alarmcode E03 op de schakelaar getoond worden (Zie § 6.4).
Vertraging
- De eenheid vertoont een vertraging van 3 minuten om de
onderdelen van het besturingscircuit te beschermen en om onregelmatige
opstart en storingen van de contactor te vermijden. Dankzij deze
vertraging start de eenheid automatisch op ongeveer 3 minuten na een
stroomonderbreking. Zelfs een korte stroomonderbreking zal de uitgestelde
start activeren.
3. INSTALLATIE EN AANSLUITING (vervolg)