47
Waarschuwing – batterijen
•
De batterijen niet in vuur werpen.
•
Batterijen buiten het bereik van kinderen opbergen.
•
Batterijen nooit openen, beschadigen, inslikken of
in het milieu terecht laten komen. Zij kunnen giftige
en zware metalen bevatten die schadelijk zijn voor
het milieu.
•
Lege batterijen direct uit het product verwijderen en
afvoeren.
•
Vermijd opslag, opladen en gebruik bij extreme
temperaturen en extreem lage luchtdruk (bijv. op grote
hoogte).
4. Inbedrijfstellen
Aanwijzing
Let erop dat u bij de ingebruikneming altijd eerst de
batterijen in de buitensensor plaatst en daarna in het
basisstation.
4.1 Batterijen plaatsen/ stroomvoorziening
Buitensensor
•
Verwijder de beschermfolie van de display.
•
Open het batterijvakje en verwijder de
contactonderbreker.
•
Sluit vervolgens weer het deksel van het batterijvakje.
Basisstation
Waarschuwing
•
Sluit het product alleen aan op een daarvoor geschikt
en intact stopcontact. Het stopcontact moet in de
buurt van het product zijn aangebracht en goed
bereikbaar zijn.
•
Let er bij meervoudige stopcontacten resp.
tafelcontactdozen op dat de aangesloten verbruikers
niet het toegestane totale opgenomen vermogen
overschrijden.
•
Indien het product gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
•
Verwijder de beschermfolie van de display.
•
Sluit de voedingsadapter op het aansluitpunt (G) op de
achterkant van het basisstation aan.
•
Sluit de netadapter van het weerstation op een
deugdelijk geïnstalleerd stopcontact aan.
•
Of open het batterijvakje (H) en plaats 3 AA-batterijen
met de polen in de juiste richting en sluit het
batterijvakje weer.
Aanwijzing
•
Indien de batterijen correct zijn geplaatst en u de
voedingsadapter met het station verbindt, dan
schakelt het basisstation automatisch over op de
externe stroomvoorziening.
4.2 Batterijen vervangen
Aanwijzing – Batterijen vervangen
•
Houd er rekening mee dat de stations na
elke batterijwissel opnieuw moeten worden
gesynchroniseerd op de buitensensor of op het
basisstation.
•
Verwijder daartoe de batterijen uit het andere station
en plaatst ze opnieuw of vervang ze ook als dat
nodig is.
Buitensensor
•
Wanneer het symbool
(18) wordt weergegeven,
vervangt u de 2 AA-batterijen van de buitensensor door
2 nieuwe batterijen.
•
Open het batterijvakje, verwijder de batterijen, voer ze
volgens de lokale milieuvoorschriften af en plaats twee
nieuwe AA-batterijen met de polen in de juiste richting.
Sluit vervolgens het deksel van het batterijvakje weer.