39
• Gebruik het artikel alleen onder gematigde klimatologische
omstandigheden.
Waarschuwing – batterijen
• Let absoluut op de correcte polariteit (ops en -) van
de batterijen en plaats deze dienovereenkomstig in het
batterijvakje. Indien de batterijen verkeerd worden geplaatst
kunnen deze gaan lekken of zelfs exploderen.
• Gebruik uitsluitend accu’s (of batterijen), welke met het
vermelde type overeenstemmen.
• Reinig vóór het plaatsen van de batterijen de
batterijcontacten en de contacten in het product.
• Laat kinderen nooit zonder toezicht batterijen vervangen.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd
alsmede geen batterijen van een verschillende soort of
fabrikaat.
• Verwijder batterijen uit producten welke gedurende langere
tijd niet worden gebruikt. (behoudens indien deze voor een
noodgeval stand-by moeten blijven)
• De batterijen niet kortsluiten.
• De batterij niet opladen.
• De batterijen niet in vuur werpen.
• Batterijen buiten het bereik van kinderen opbergen.
• Batterijen nooit openen, beschadigen, inslikken of in het
milieu terecht laten komen. Zij kunnen giftige en zware
metalen bevatten die schadelijk zijn voor het milieu.
• Lege batterijen direct uit het product verwijderen en
afvoeren.
• Vermijd opslag, opladen en gebruik bij extreme temperaturen
en extreem lage luchtdruk (bijv. op grote hoogte).
4. Inbedrijfstellen
Aanwijzing
Let erop dat bij de inbedrijfstelling de batterijen altijd eerst in
het meetstation en de draadloze regenmeter, en dan pas in
het basisstation worden geplaatst.
4.1 Batterijen plaatsen
Meetstation
• Open het batterijvakje (29) en verwijder de
contactonderbreker.
• Sluit vervolgens weer het deksel van het batterijvakje.
Draadloze regenmeter
• Druk beide sluitingen van de regenmeterafdekking (32) aan
de zijkanten tegelijkertijd naar binnen en neem de afdekking
van de regenmeter (30) weg.
• Open het batterijvakje (35) naast de wip (34) en plaats
twee AAA Micro-batterijen met de polen (+) en (-) in de
juiste richting.
• Sluit vervolgens het deksel van het batterijvakje weer
• Plaats nu de regenmeterafdekking (30) weer terug en
druk deze naar beneden totdat beide sluitingen van de
regenmeterafdekking (32) aan de zijkanten zijn vastgeklikt.
Basisstation
• Verwijder de beschermfolie van de display (1).
• Open het batterijvakje (23) en plaats twee AAA Micro-
batterijen met de polen (+) en (-) in de juiste richting.
• Sluit vervolgens weer het deksel van het batterijvakje.
4.2 Batterijen vervangen
Aanwijzing
• Denk er na het vervangen van de batterijen van het meet-,
basisstation of de draadloze regenmeter steeds aan dat
er een nieuwe synchronisatie van deze stations moet
worden uitgevoerd.
• Verwijder daartoe de batterijen uit het andere station en
plaatst ze opnieuw of vervang ze ook als dat nodig is.
Meetstation
• Open het batterijvakje (29), verwijder de lege batterijen,
voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften af en
plaats twee nieuwe AA Mignon-batterijen. Let daarbij op
de juiste polariteit van (+) en (-). Let daarbij op de juiste
polariteit van (+) en (-). Sluit vervolgens het deksel van het
batterijvakje weer.
Draadloze regenmeter
• Druk beide sluitingen van de regenmeterafdekking (32) aan
de zijkanten tegelijkertijd naar binnen en neem de afdekking
van de regenmeter (30) weg.
• Open het batterijvakje (35) naast de wip (34), verwijder
de lege batterijen, voer deze volgens de lokale
milieuvoorschriften af en plaats twee nieuwe AAA Micro-
batterijen. Let daarbij op de juiste polariteit van (+) en (-).
Sluit vervolgens het deksel van het batterijvakje weer.
• Plaats nu de regenmeterafdekking (30) weer terug en
druk deze naar beneden totdat beide sluitingen van de
regenmeterafdekking (32) aan de zijkanten zijn vastgeklikt.
Basisstation
• Open het batterijvakje (23), verwijder de lege batterijen,
voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften af en
plaats twee nieuwe AAA Micro-batterijen. Let daarbij op
de juiste polariteit van (+) en (-). Let daarbij op de juiste
polariteit van (+) en (-). Sluit vervolgens het deksel van het
batterijvakje weer.
5. Montage
Waarschuwing
• Schaf speciaal resp. geschikt montagemateriaal bij
de vakspecialist aan voor de montage aan de daartoe
bestemde wand.
• Vergewis u ervan dat er geen defecte of beschadigde
onderdelen worden gemonteerd.
• Tijdens de montage nooit geweld of grote kracht
gebruiken. Dit kan het product beschadigen.