Nederlands
47
Kalibratie
4.6 Kalibratie
Er zijn twee kalibratietechnieken, afhankelijk van of troebelheid of gesuspendeerde vaste
stoffen vereist zijn (raadpleeg
). Bepaal
voorafgaand aan de kalibratie het gedrag van de 4–20-uitgangen en alarmrelais terwijl de
gebruiker in het kalibratiemenu zit (raadpleeg
).
4.6.1 De uitvoermodus instellen
1.
Selecteer Sensorinstellingen in het Hoofdmenu en druk op bevestigen.
2.
Geef de juiste sensor aan als meer dan één sensor is aangesloten en bevestig.
3.
Selecteer Kalibratie en bevestig.
4.
Selecteer de Uitvoermodus. Selecteer de beschikbare Uitvoermodus (Actief,
Blokkeren, Verplaatsen) en bevestig.
4.6.2 Kalibratie voor troebelheid
Troebelheidskalibratie vereist het gebruik van een standaardoplossing voor troebelheid.
De fabrikant raadt het gebruik van de standaardoplossing voor troebelheid van 800 NTU
aan (onderdeel van kalibratiekit nr. 57330-00). Een nulpuntskalibratie met behulp van
demi-water wordt ook aanbevolen.
1.
Selecteer Sensorinstellingen in het Hoofdmenu en druk op bevestigen.
2.
Geef de juiste sensor aan als meer dan één sensor is aangesloten en bevestig.
3.
Selecteer Kalibratie en bevestig.
4.
Selecteer Sensor measurement (sensormeting) en bevestig.
5.
Plaats de sensor in de kalibratiecilinder met demi-water en bevestig de sensor met de
meegeleverde klem. De punt van de sensor moet zich ongeveer 2,5 cm (1 inch) onder
het oppervlak van het water bevinden. Noteer de meetwaarde die op het display voor
de sensormeting wordt weergegeven.
6.
Selecteer Offset. Vermenigvuldig de meting die is verkregen in stap
en voer de
waarde in.
7.
Selecteer Sensor measurement (sensormeting).
8.
Spoel de buitenkant van de StablCal
®
800 NTU-standaard met water om stof of vuil
van het oppervlak van de fles te verwijderen. Keer voorzichtig beide
StablCal-standaardflessen minimaal 50 keer om. Verwijder het deksel en de
verzegeling van elke fles. Giet langzaam (om de vorming van bubbels te voorkomen)
de inhoud van de flessen in de kalibratiecilinder. Plaats meteen de punt van de sensor
in de positioneringssteun in de kalibratiecilinder. De punt van de sensor moet zich
ongeveer 2,5 cm (1 inch) onder het oppervlak van de standaard bevinden. Wacht tot
de meetwaarde op het scherm SENSORMETING is gestabiliseerd. Noteer de waarde
(meetwaarde). Bereken de factor. Zie
9.
Selecteer Factor om de gecorrigeerde meetwaarde weer te geven.
4.6.2.1 De factor berekenen
Als de meetwaarde met sensor voor een monster bijvoorbeeld 750 NTU is en de
standaard 800 NTU is, wordt de nieuwe factor als volgt berekend:
Nieuwe factor =
800 NTU-standaard
meetwaarde
Summary of Contents for SOLITAX sc
Page 1: ...DOC273 98 90593 SOLITAX sc Addendum Operation with the SC1500 Controller 05 2017 Edition 1 ...
Page 2: ......
Page 4: ...4 Table of contents ...
Page 12: ...12 Deutsch Warnings ...
Page 69: ......