Hach 29971-72, User Manual

Page: 113 / 206

De optionele naaldhouder aanbrengen
Er is één van de twee naaldhoudermodellen aangebracht op het systeem: 29973 of 29974.
Raadpleeg de volgende stappen om de naaldhouder te wijzigen, indien nodig.
1. Duw de hendel voor doorprikken omhoog naar een verticale positie om de naaldhouder te heffen.
2. Vergrendel de naaldhouder met de oranje verticale hendel.
3. Ontkoppel de drankuitlaatslang vanaf de bovenkant van de naaldhouder (A in Afbeelding 4
op pagina 109).
4. Ontkoppel de gasinlaatslang vanaf de onderkant van de naaldhouder (C in Afbeelding 4
op pagina 109).
5. Verwijder de twee inbusschroeven waarmee de steunplaat is vastgemaakt aan de verplaatsbare
naaldhouder.
6. Verwijder de twee inbusschroeven waarmee de kolom voor doorprikken is vastgezet aan de
naaldarm van de unit.
7. Verwijder de naaldhouder.
8. Zet de nieuwe naaldhouder vast op de naaldarm van de unit met de twee bouten. Zorg ervoor dat
de Swagelok-fittingen naar de kunststof inlaat- en uitlaatslangen wijzen.
9. Zet de nieuwe steunplaat met de twee bouten vast op de verplaatsbare naaldhouder.
10. Sluit de kunststof gasinlaatslang aan op de onderkant van de naaldhouder op de onderste zwarte
blok (C
Afbeelding 4 op pagina 109).
11. Sluit de kunststof drankuitlaatslang aan op de bovenkant van de naaldhouder op de bovenste
zwarte blok (C
Afbeelding 4 op pagina 109).
Het meetinstrument aansluiten
De elektrische aansluitingen voor het meetinstrument bevinden zich op het achterpaneel van het
instrument. Het achterpaneel heeft een voedingsconnector voor de stroomkabel en een LEMO-10-
connector voor de O
2
-, CO
2
- of N
2
-sensor die wordt gebruikt met de monsternameapparatuur voor
drankverpakkingen. Raadpleeg de documentatie van het meetinstrument voor installatie-informatie.
Opstarten
V O O R Z I C H T I G
Gevaar voor letsel. Componenten van glas kunnen breken. Voorzichtig hanteren om snijwonden te
voorkomen.
Voer de volgende stappen uit voordat met de metingen wordt begonnen:
1. Zorg ervoor dat het meetinstrument correct is gemonteerd en geconfigureerd. Raadpleeg de
documentatie van het meetinstrument.
2. Zorg ervoor dat de aansluitingen tussen het meetinstrument en de sensor(en) op het
monsternameapparaat voor drankverpakkingen correct zijn.
3. Houd het meetinstrument altijd bekrachtigd om er zeker van te zijn dat de TC-sensoren continu
worden gespoeld wanneer de sensoren worden gebruikt in een vloeistofmonster.
Opmerking: Het instrument is geconfigureerd voor continu automatisch spoelen als het instrument is
ingeschakeld.
4. Controleer de sensoren en bereid ze als volgt voor:
a. Controleer de zuurstofsensor (EC). Het transport kan een negatieve invloed hebben gehad op
de zuurstofsensoren. Bereid de sensor voor op gebruik. Raadpleeg het gedeelte over
onderhoud in de documentatie van de EC-sensor.
b. Controleer de zuurstofsensor (LDO). Bereid de sensor voor op gebruik. Raadpleeg de
documentatie van de sensor.
Nederlands 113