TEST DE INTERNE WEERSTAND VAN DE ACCU
1. Druk op
om «INTERNAL TEST» te kiezen. Bevestig de keuze met een druk op de «ENTER» knop.
2. Druk op
om aan te geven of de accu wel of niet is opgeladen. Bevestig de keuze met een druk op de «ENTER»
knop. Het scherm toont het resultaat :
x.xx V xx.xx mΩ
EN DRUK OP ENTER
4. Indien gewenst kunt u het resultaat uitprinten.
TEST LAADSYSTEEM DYNAMO
1. Druk op «ENTER», het volgende scherm verschijnt :
SYSTEEMTEST
x.xx V
2. Verzekert u zich er van dat alle stroomverbruikers van het voertuig (lichten, airco, radio enz.) uitgeschakeld zijn.
3. Start de motor. Eén van de volgende drie resultaten verschijnt :
Geval
Weergave scherm
Analyse
Spanning lager dan 9,6 V
SPANNING TIJDENS HET
STARTEN
x.xx V LAAG
De startspanning is abnormaal. De accu moet worden
vervangen.
Spanning hoger dan 9,6 V
SPANNING TIJDENS HET
STARTEN
x.xx V NORMAAL
De startspanning is normaal.
Geen rimpeling
SPANNING TIJDENS HET
STARTEN
GEEN RIMPELING
"De startspanning wordt niet gedetecteerd.
Voer de test opnieuw uit."
1. Als de startspanning normaal is, druk dan op «ENTER» om de test te vervolgen.
2. Houd de motor draaiende. Controleer of alle verbruikers van het voertuig uitgeschakeld zijn en bevestig dit.
3. Eén van de drie volgende resultaten zal getoond worden :
•
Resultaat van het testen van de startspanning
Geval
Getoonde resultaten
Analyse
Hoge startspanning wanneer de
test wordt uitgevoerd met langzaam
draaiende motor
DYN. VOLTS HERSTEL
xx.xx V HOOG
Controleer of de aansluitingen correct zijn. Als
alles correct aangesloten is, moet de regulator
vervangen worden.
Normale startspanning wanneer de
test wordt uitgevoerd met langzaam
draaiende motor
DYN. VOLTS HERSTEL
xx.xx V NORMAAL
Geen enkel probleem gedetecteerd. De dynamo
functioneert normaal.
Lage startspanning wanneer de test
wordt uitgevoerd met langzaam
draaiende motor
DYN. VOLTS HERSTEL
xx.xx V LAAG
De dynamo levert onvoldoende stroom aan de
accu. Controleer de riemen, en verzekert u zich
ervan dat de dynamo draait wanneer de motor
loopt. Als de riemen glijden of slippen, of als ze
versleten zijn, vervang ze dan en voer de test
opnieuw uit. Controleer de aansluiting tussen de
dynamo en de accu. Wanneer de aansluiting niet
optimaal is, moet de kabel gereinigd of vervan
-
gen worden, en moet de test opnieuw uitgevoerd
worden. Wanneer de riemen en de verbinding in
goede staat zijn, vervang dan de dynamo.
4. Druk op «ENTER» om de test te vervolgen.
5. De tester vraagt «ZET STROOMVERBRUIKERS AAN EN DRUK OP ENTER». Zet de verwarming op het maximum
(warmte), en ontsteek de lichten en de achterlichten. Ontsteek geen variabele verbruikers, zoals de airco of de
ruitenwissers.
6. Laat de motor gedurende 15 seconden met een snelheid van 2500 toeren per minuut draaien.
24
BT 551
NL
Vertaling van de oorspronkelijke
instructies