juist
onjuist
Afb. 15
Tip:
(0,6 mm draad
→
6 l/h); (0,8 mm draad
→
8 l/h); (1,0 mm draad
→
10 l/h).
10) Het apparaat is nu gebruiksklaar.
Algemeen over lassen onder beschermgas
Het lassen onder beschermgas wordt hoofdzakelijk in werkplaatsen gebruikt; het is universeel inzetbaar en geschikt
voor dunnere en dikkere materialen. Het is zo dat hoe meer lastrappen een apparaat heeft hoe beter men ook op het
gebied van plaatmaterialen kan werken.
Benodigde accessoires:
menggas CO2/argon, lasdraad, laskap, drukregelaar. Ook geschikt voor aluminium en VA
roestvrij staal met overeenkomstig gas en draad. (Zuiver argon/VA draad/aluminiumdraad), potentiometer.
Bediening
MIG 155/6W
Afb. 13
1. Instelling
lastrappen
2. Instelling
snelheid
draadtoevoer
3. Aansluiting
slangenpakket
4. Aansluiting
massaklem
5. Stekker voor netaansluiting
6. Controlelampje
„thermobeveiliging“
7. Controlelampje
„gebruik“
Veiligheidsinstructies voor de bediening
•
Gebruik het apparaat pas nadat u de gebruiksaanwijzing aandachtig hebt gelezen.
•
Let op alle, in de gebruiksaanwijzing aangegeven, veiligheidsinstructies.
•
Gedraagt u zich verantwoord tegenover andere personen.
•
Let op!!! Gebruik nooit gecorrodeerde lasdraad.
Aanwijzingen stap voor stap
De laszone moet roest- en lakvrij zijn. Gebruik principieel een veiligheidslaskap, lashandschoenen en de juiste
beschermende kleding. De hoekinstelling van het slangenpakket tot het te bewerken materiaal moet ca. 30 graden zijn.
1. Slijp een grotere oppervlakte van het werkstuk, in de omgeving van de lasnaad en bij de aansluiting van de
massaklemmen, blank.
2. Klem nu de massaklemmen op de voorbereide plaats van het werkstuk.
3. Stel nu de parameters van het lasapparaat volgens de lastabel voor gebruikers (hoofdstuk 3) in.
4. Stel de benodigde gashoeveelheid aan de armatuur van de gasfles in.
5.
Tip:
(0,6 mm draad
→
6 l/h); (0,8 mm draad
→
8 l/h); (1,0 mm draad
→
10 l/h).
6. U kunt pas met lassen beginnen wanneer u uw beschermende kleding volledig aan hebt.
Tip:
Voer, vóór het begin van de eigenlijke laswerkzaamheden, een
proeflas uit om de optimale lasinstelling te testen en daardoor een
optimaal resultaat te bereiken.
Afb. 14
De lasparameters zijn dan optimaal ingesteld, als een homogeen
lasgeluid te horen is en de lasnaad een goede inbranding in het
materiaal heeft, d.w.z. relatief vlak is.
Tips voor het lassen
Storing
Oorzaak en oplossingen
Voorbeeld
Werkstuk scheef
1. Slechte
naadvoorbereiding.
2.
Randen richten en voor het lassen fixeren (vastmaken).
Naadophoging
1.
Vrijloopspanning te klein.
2.
Lassnelheid te laag.
3.
Onjuiste hoek van de lasbrander.
4.
Te grote draaddikte.
Te weinig metaallaag
1.
Lassnelheid te hoog.
2.
Spanning voor de lassnelheid te klein.
Naden zien er
geoxideerd uit
1.
Met een lange vlamboog in verdiepingen lassen.
2. Spanning
instellen.
3.
Draad verbogen of te ver uit de draadvoering.
4.
Onjuiste snelheid van draadtoevoer.
64
Summary of Contents for MIG 155/6W
Page 2: ...1 2 3 4 5 6 7 8 9 2 ...
Page 3: ...10 11 12 13 14 16 3 ...