51
NEDERLANDS
NL
Niet aan de netkabel trekken om de stekker uit het
stopcontact uit te nemen.
Indien u het aansluitsnoer verlegt, dient u erop te let-
ten dat dit niet stoort, geklemd, geknikt of nat wordt.
Het apparaat voldoet aan de eisen van de EN 61000-
3-11 en is aan bijzondere aansluitingsvoorwaarden
onderworpen. Dit betekent dat een gebruik aan
willekeurige, vrij kiesbare aansluitingspunten niet
toegelaten is.
• Het apparaat kan bij ongunstige netverhoudin-
gen tot voorbijgaande spanningsschommelingen
leiden.
• Het apparaat is uitsluitend voor het gebruik
aan aansluitpunten voorzien die een maximale
toegelaten netimpedantie van Zmax = 0,233 Ω
niet overschrijden.
• Als gebruiker dient u vast te stellen – indien nodig,
met uw energieleverancier – dat uw aansluitings-
punt, waaraan u het apparaat wenst aan te sluiten,
aan de boven genoemde eis voldoet.
Werkvoorbereiding / Gebruik
Zorg bij het werken met de machine voor voldoende
verlichting, resp. voor goede lichtomstandigheden.
Controleer voor elk gebruik:
• de aan/uit-schakelaar, incl. de noodschakelaar op
een juiste functie
• vergrendelde uitneembare beveiligingsin-
richtingen
door een achtereenvolgende opening van elke
uitneembare veiligheidsinrichting, om de machine
uit te schakelen en door het controleren dat het
onmogelijk is de machine bij elke geopende veilig-
heidsinrichting in te schakelen
• Rem
door controle van de werking, om vast te stellen
of de afremming binnen de opgegeven remtijd
plaatsvindt; indien de machine met een mecha-
nische rem is uitgerust, moet de rem na ieder
aanspreken van de overbelastingsbeveiliging
worden gecontroleerd
• Terugslagklauwen
ten minste één keer per ploeg door visuele con-
trole, om vast te stellen of deze zich in een goed
functionerende toestand bevinden; bijv. of de
contactvlakken niet door stoten beschadigd
zijn en of de klauwen onder hun eigen gewicht
ongehinderd terugvallen
• Schaafmessen
op beschadigingen en goede zitting
De machine mag alleen worden gebruikt, als aan
al deze voorwaarden voldaan is.
Gebruik voor het bewerken van korte werkstukken
onbeschadigd duwhout of duwstokken die niet
defect zijn.
Sluit de machine op een stof- of spaanafzuiging aan.
• Benodigde hoeveelheid lucht ca. 700 - 1000 m³/h
• Onderdruk aan elke afzuigaansluitstomp: 840 PA
• Doorsnede van de aansluitstomp: 100mm
Controleer voor het begin van de bewerking of de
aanslag vastgeklemd is.
Zorg ervoor dat u te allen tijde uw evenwicht kunt
bewaren. Ga opzij van de machine staan. Houd uw
handen bij een lopende machine op een veilige
afstand van de snijwals en van de plaats waar de
spanen worden uitgestoten.
Begin pas met schaven, wanneer de snijwals het
benodigde toerental bereikt heeft.
Schaaf uitsluitend met scherpe messen en nooit over
metaal (spijkers, schroeven enz.).
Let er bovendien op dat het werkstuk geen kabels,
koorden, touwen of dergelijke bevat. Bewerk geen
hout dat veel losse of vaste kwasten bevat.
Beveilig lange werkstukken tegen omkantelen aan
het einde van de schaafbewerking. Gebruik hiervoor
bijv. rolstandaarden of soortgelijke voorzieningen.
Het is streng verboden, spanen of splinters bij een
draaiende machine te verwijderen.
Schakel de machine bij een blokkering onmiddellijk
uit. Trek de netstekker uit en verwijder het geklemde
werkstuk.
Na ieder gebruik dient de kleinste schaafgrootte
te worden ingesteld, om verwondingsgevaar te
voorkomen.
Bewaar het apparaat op een afgesloten plaats, buiten
het bereik van kinderen.
Onderhoud
Voor het uitvoeren van willekeurige
werkzaamheden aan het apparaat de stekker uit
het stopcontact nemen.
Voer vóór gebruik van het apparaat altijd een visuele
controle uit om vast te stellen of het apparaat en in
het bijzonder de netkabel en de steker beschadigd
zijn.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als het be-
schadigd is of de veiligheidsinrichtingen defect zijn.
Reparaties en werkzaamheden, die niet in deze
aanwijzing worden beschreven, enkel door gekwalifi-
ceerd personeel laten uitvoeren.
Gebruik alléén origineel toebehoren en originele
onderdelen.
De machine, in het bijzonder de luchtsleuven, altijd
goed schoon houden. Spanenuitwerper en/of
stofafzuiging regelmatig reinigen. Nooit water op het
apparaat spuiten!
Enkel een regelmatig onderhouden en een goed
verzorgd apparaat kan een tot tevredenheid werkend
hulpmiddel zijn. Onderhoudsen verzorgingsfouten
kunnen tot onvoorziene ongevallen en letsels leiden.