67
NEDERLANDS
ALGEMENE FUNCTIES
------------------------------------------------------------------------------------------
In- en uitschakelen
1
In- of uitschakelen van het apparaat met »
8
«.
De ingangsbron selecteren
1
Selecteer de ingangsbron (CD, SD, CD, Ra-
dio of Aux) met »
CD/SD/USB
«, »
RADIO
of »
AUX
«.
Het volume regelen
1
Regel het volume met »
VOLUME UP
DOWN
«.
Geluidsinstellingen selecteren
U kunt kiezen tussen de voorgeselecteerde
geluidsinstellingen.
1
Selecteer de geluidsinstelling met »
DSC
«.
De geluidsinstelling "USER" wij-
zigen
U kunt de geluidsinstelling »
USER
« wijzigen.
1
Selecteer de »
{
USER
« geluidsinstelling door te
drukken op »
DSC
«.
2
Houd »
DSC
« ingedrukt.
– Display: »
BASS 0
«.
3
Stel de bassen in met »
8
« of »
9
« en bevestig
met »
DSC
«.
– Display: »
TRE 0
«.
4
Stel de hoge tonen in met »
8
« of »
9
« en beves-
tig met »
DSC
«.
Luisteren met een koptelefoon
1
Sluit de koptelefoon aan op de »
0
« koptele-
foonaansluiting (ø 3,5 mm).
– Dit schakelt de luidsprekers uit.
Let op:
7
Overmatige geluidsdruk van de oortele-
foon of koptelefoon kan leiden tot gehoor-
verlies.
Automatisch uitschakelen
1
Het apparaat schakelt automatisch over naar
de stand-by modus na 15 minuten als:
– het apparaat in de stop-stand is;
– er geen plug is aangesloten op de »
AUX
IN
«.
2
Voor verder gebruik, het apparaat weer
inschakelen.
Luisteren naar een externe bron
U kunt luisteren naar het geluid van het aange-
sloten externe apparaat (bijvoorbeeld een MP3-
speler) via de luidsprekers van uw systeem.
Opmerking:
7
Het externe apparaat moet worden aange-
sloten op de »
AUX IN
« stekker.
1
Schakel het apparaat in met »
8
«.
2
Selecteer de ingangsbron met »
AUX
«.
3
Start de weergave op het externe apparaat.