44
NL
Niveau-indicator
Aan de zijkant van de grasvangmand (10)
is een niveau-indicator (12) aangebracht.
Klep (12) geopend:
Grasvangmand (10) leeg
Klep(12) gesloten:
Grasvangmand (10) vol
De niveau-indicator (12) werken
wanneer het apparaat in gebruik is.
In- en uitschakelen
De rode LED ( 17) boven de
ontgrendelingsknop brandt, zodra
de grasmaaier op een netstroom
-
aansluiting aangesloten is.
G
1. Voor de trekontlasting vormt u
uit het uiteinde van het netsnoer
(14) een lus en haakt u deze in
de trekontlasting (15) vast. Maak
een
vergelijking met de afbeel
-
ding
2. Sluit het apparaat op de nets-
panning aan.
3. Let er vóór het inschakelen op
dat het apparaat geen voorwer-
pen raakt.
4. Om in te schakelen, drukt u de
ontgrendelknop ( 16) aan de
handgreep in en houdt u gelijk-
tijdig de starthefboom (2) inge
-
drukt. Laat de ontgrendelknop (
16) los.
5. Om uit te schakelen, laat u de
starthefboom (2) los.
Na het uitschakelen van het
apparaat draait het mes nog
enkele seconden lang. Raak het
draaiende mes niet aan. Er be
-
staat gevaar voor lichamelijke
letsels.
Snoeihoogte instellen
Schakel het apparaat uit, trek het
netsnoer uit en wacht de stilstand
van het mes af. Er bestaat gevaar
voor lichamelijke letsels.
Het apparaat bezit 6 posities voor de in-
stelling van de snoeihoogte (van 25-75
mm):
1.
Trek de hefboom (9) naar bui
-
ten en verschuif deze tot in de
gewenste positie.
2.
Duw de hefboom weer naar
binnen.
3 Pas de vereiste hoogte op het
voorwiel (5):
Trek de hefboom (22) naar bui
-
ten en verschuif deze tot in de
gewenste positie.
De correcte snoeihoogte bedraagt bij een
siergazon ongeveer 25 - 40 mm, bij een
nuttig gazon ongeveer 30 - 60 mm.
Voor de eerste snoeibeurt van het
seizoen dient er een hoge snoei-
hoogte gekozen te worden.
Neem de bescherming tegen la
-
waaihinder en lokale voorschriften
in acht.
Voorwiel instellen
De grasmaaier is vanwege de speciale
constructie van de voorwielen extreem
flexibel en wendbaar. Afhankelijk van de
situatie als volgt instellen:
