29
30
•
Bij het gebruik van de regenkap, kan de
reiswieg of het zitje naar voren kijkend
of naar achteren kijkend worden
bevestigd op de wandelwagen.
•
Controleer altijd op voldoende
ventilatie las u de regenkap gebruikt.
•
Controleer of de regenkap, als deze niet
in gebruik is, schoon en droog is voor u
deze opvouwt.
•
Vouw de wandelwagen niet op als de
regenkap gemonteerd is.
•
Zet uw kind niet bij warm weer in
de wandelwagen als de regenkap
gemonteerd is.
Het Graco® Click Connect™-
kinderzitje bevestigen
en verwijderen (8AG/
8AV/ 8AO) (is wellicht niet
meegeleverd)
Zie afbeeldingen
70
-
72
•
Het Graco® Click Connect™ kinderzitje
dan vooruit of achteruit kijkend worden
bevestigd op de wandelwagen.
•
Verwijder het Graco® Click Connect™-
kinderzitje voorafgaand aan opvouwen
van de wandelwagen.
Zitopties gebruiken
Zie afbeeldingen
73
•
Het zitje kan alleen worden gebruikt in
de derde schuine stand terwijl het kind
in de wandelwagen zit.
53
•
Monteer de kap van de wandelwagen
nadat u het kind in de wandelwagen
hebt geplaatst.
54
•
Gebruik de armsteun niet als
draaghendel in de reiswiegmodus.
Wandelwagen opvouwen
Zie afbeeldingen
56
-
58
Wandelwagen met zitje
opvouwen
Zie afbeeldingen
59
-
63
•
De wandelwagen met zitje kan staan
op de handgreep en de achterwielen
nadat het is opgevouwen.
•
Vouw de wandelwagen met zitje niet
op wanneer het achteruit kijkend is
bevestigd op de wandelwagen.
63
•
De voorwielen kunnen niet worden
vergrendeld wanneer de wandelwagen
met zitje wordt opgevouwen.
Wandelwagen met
reiswieg opvouwen
Zie afbeeldingen
64
-
68
•
De wandelwagen met reiswieg
kan staan op de handgreep en de
achterwielen nadat het is opgevouwen.
•
Vouw de wandelwagen met reiswieg
niet op wanneer het achteruit kijkend is
bevestigd op de wandelwagen.
68
•
De voorwielen kunnen niet worden
vergrendeld wanneer de wandelwagen
met reiswieg is opgevouwen.
Regenkap gebruiken
Zie afbeeldingen
69
•
De schouderriemen NIET kruisen. Dat
veroorzaakt druk op de nek van het
kind.
Positie schouderriemen
afstellen
Zie afbeeldingen
28
-
32
•
Gebruik voor een groter kind
schouderriemanker A en de hogere
schoudersleuven.
31
•
Gebruik voor een kleiner kind
schouderriemanker B en de laagste
schoudersleuven.
32
Rem
Zie afbeeldingen
33
34
•
Gebruik de rem altijd als de
kinderwagen stilstaat. Druk de
kinderwagen iets vooruit om te
controleren of de rem vast zit.
Zwenkwielen
Zie afbeeldingen
35
36
•
Aanbevolen wordt om de
draaiblokkering voor de voorwielen op
ongelijke oppervlakken te gebruiken.
Het zitje gebruiken in een
wandelwagenmodel
Zie afbeeldingen
37
-
48
•
U kunt het matrasdek afnemen om te
wassen.
48
De wandelwagen
gebruiken
Zie afbeeldingen
49
-
55
•
Het zitje kan vooruit of achteruit
kijkend worden bevestigd op de
wandelwagen.