Gorenje Tiki 298331, Instructions For Use Manual

Page: 69 / 72

69
NL
A B C D E
GT 10 O 500 398 350 265
GT 10 U 500 122 350 265
GT 15 O 500 398 350 310
GT 15 U 500 122 350 310
De aansluit- en montagematen van de boiler (mm)
Uitvoering voor montage boven de wastafel Uitvoering voor montage onder de wastafel
AANSLUITING OP DE WATERLEIDING
De wateraf- en toevoer zijn op de buizen van de boiler door kleuren gekenmerkt. De toevoer
van het koude water is blauw en de warmwatertoevoer is rood.
U kunt de boiler op twee manieren op de waterleiding aansluiten. Het gesloten druksysteem
van de aansluiting maakt tappen op meerdere tapplaatsen mogelijk, terwijl het open drukloze
systeem maar één tapplaats mogelijk maakt. Afhankelijk van het gekozen systeem moet u
de juiste mengkranen kopen.
Bij het open drukloze systeem moet voor de boiler een ventiel worden ingebouwd dat voorkomt
dat er water uit de ketel loopt als er geen water in de waterleiding is. Bij dit aansluitsysteem
moet u de doorstroom mengkraan gebruiken. In de boiler neemt door het verwarmen het
volume van het water toe. Dit veroorzaakt druppen uit de buis van de mengkraan. Door de
hendel van de mengkraan stevig vast te draaien kunt u het druppen niet voorkomen, maar
kan de kraan kapot gaan.
Bij het gesloten druksysteem van de aansluiting moet u op de tapplaatsen drukmengkranen
gebruiken. Op de aanvoerbuis moet ten behoeve van de veilige werking een veiligheidsventiel
of een veiligheidsgroep worden ingebouwd, die een drukverhoging van het water in de
ketel van meer dan 0,1 MPa boven de nominale druk voorkomt. Bij het verwarmen van
het water in de boiler neemt de druk van het water toe tot de grens, die is ingesteld in het
veiligheidsventiel. Omdat het terugstromen van het water in de waterleiding verhinderd is,
kan druppen uit de afvoeropening van het veiligheidsventiel optreden. Het druppende water
kunt u naar de afvoer leiden via een opvangstuk, dat u onder het veiligheidsventiel plaatst.
Een afvoerbuis die onder de uitlaat van het veiligheidsventiel is geplaatst, moet recht naar
beneden zijn geplaatst en in een omgeving, waar geen vorst optreedt.