28
Beginnen met insulinet
oediening
/
Breng een patch aan
Beginnen met insulinetoediening
Raadpleeg Gebruikershandleiding deel 4 voor meer
details.
1.
Veeg de plaats van bevestiging af met een alcohol-
doekje. Wacht tot het is opgedroogd.
2.
Verwijder de plakfolie van de achterkant van de pa-
tch en zorg ervoor dat de naald er niet uitsteekt. Tik
op Volgende op de ADM of Narsha.
3.
Breng de patch aan. Tik op Start veiligheidscontrole
op de ADM of Narsha.
4.
Terwijl u de patch op zijn plaats houdt, draait u de
naaldhendel snel 100° rechtsom. Luister of u een
pieptoon hoort die aangeeft dat de canule correct
is aangebracht.
5.
Draai de naaldhendel volledig om de canule volledig
van de patch los te maken. Het losgemaakte gebied
moet een verticale markering hebben (afbeelding
hieronder).
6.
Tik op Volgende op de ADM of Narsha als u klaar
bent.
Voor het maken van insulinetoedieningsprogramma’s
voor basale of bolus insuline, verwijzen wij u naar HO-
OFDSTUK 5 en 6 van de Gebruiksaanwijzing.
•
Wanneer u de patch heeft geactiveerd, kunt u nu be-
ginnen met de insulinetoediening.
•
Creëer basaal/tijdelijke basaal programma’s of voeg
bolus/uitgebreide bolus toe met behulp van de ADM
of Narsha.
Aanhechtingsplaatsen
1. Abdomen
2. Armen en dijen
3. Heup en onderrug
Verticale markering op
losgemaakte plaats
Naaldinbrenghendel draaien
Nederlands
Quick&Troubleshooting Guide PUMP OK.indd 28
Quick&Troubleshooting Guide PUMP OK.indd 28
31/12/21 12:13
31/12/21 12:13