TX-7201-05-1
Wireless outdoor siren
9
NL
Installatie-instructies
Bedradingsdiagram
"
1
Printplaat sirene
8
Sabotage
2
Luidspreker
9
Sabotage
3
Flits
A
OC1
+
(wit)
4
Lithiumbatterij-pack
B
OC1
-
(zwart)
5
Voedingskabel I/O-module
(zwart) negatief
C
OC2
+
(rood)
6
Voedingskabel I/O-module
(blauw) +3,6 V DC
D
OC2
-
(zwart)
7
Voedingskabel OC-uitgangen
(rood) +10,8 V DC
E
Printplaat I/O-module
Een buitensirene inleren
U moet de sirene inleren voordat u de sirene op de gewenste positie
monteert. Voer de volgende stappen uit om een draadloze sirene aan
het systeem toe te voegen:
1.
Open de programmeermode op het bediendeel, navigeer met de
toetsen
½¾
naar
RF-ontvangers
en druk op
OK
.
2.
Selecteer de betreffende ontvanger met het juiste moduleadres en
druk op
OK
. U kunt bijvoorbeeld
RF-ontvanger 32
selecteren; een op de
NX-10-printplaat geïntegreerde ontvanger.
3.
Selecteer
Inleren RF Mod.>RF Sirene/IO
en selecteer vervolgens het
sirenenummer (
RF Sirene 1
tot
4
) en druk op
OK
. De centrale start de
inleerprocedure en het bericht
Learn-in
wordt op het(de)
bediende(e)l(en) weergegeven).
4.
Open de sirene en start de I/O-module in de buitensirene op. De
batterij bevat drie draden (rood-blauw-zwart)
5
6
7
en een
connector. De I/O-module bevat ook drie draden (rood-blauw-zwart)
en een connector. Om de I/O-module op te starten moeten deze
connectoren op elkaar worden aangesloten. Let erop dat de
sabotageschakelaar niet gesloten is.
5.
Na het opstarten zal het indicatielampje op de printplaat van de I/O-
module
F
gedurende 0,5 seconden knipperen.
6.
Druk op de sabotageschakelaar (de pin op de hendel van de
sabotagebeveiliging naar beneden duwen) gedurende minimaal 0,5
seconden en maximaal 5 seconden.
7.
Het indicatielampje op de printplaat van de I/O-module
F
knippert 2
keer gedurende 1 seconde.
8.
Het bediendeel laat één pieptoon horen (chime-toon) om te bevestigen
dat de sirene is geprogrammeerd.
9.
Knip, voordat u de sirene sluit, jumper J3 op de printplaat van de
sirene
1
door. Deze jumper wordt als opstartbeveiliging gebruikt.
De sirene monteren
Raadpleeg
Afbeelding
#
voor montage-instructies. Om de sirene volgens
beveiligingsniveau 2 van EN50131-4 te monteren moet u uiterst nauwkeurig
te werk gaan wanneer u de hendel van de sabotageschakelaar op de wand
monteert. De sirene moet een sabotagealarm signaleren wanneer de
eenheid meer dan 5 mm van het montageoppervlak wordt opgetild (zie
Afbeelding
$
).
De sirene configureren
U moet jumper 3 en optioneel jumper 1 en/of jumper 2 doorknippen om de
activatietijd van de OC-uitgangen op de I/O-module te regelen.
Jumper 3 is een opstartbeveiliging. Jumpers 1 en 2 regelen de
timerinstellingen. U kunt een van de twee jumpers of alle twee doorknippen.
Houd u daarbij aan de instructies uit onderstaande tabel. De maximum tijd
dat de sirene actief is wordt bepaald door de hardware-instelling (jumper)
en tijdsinstelling in de software (
RF-ontvanger 32>Uitgangen>Siren/IO
[Sirene/IO]>Tijd
), waarbij de kortste tijd wordt geselecteerd. Als de software-
instelling voor een sirene bijvoorbeeld is ingesteld op 255 minuten en
jumper J1 is doorgeknipt, dan loeit de sirene slechts 5 minuten (volgens de
door hardware opgelegde beperking). Als dezelfde jumper wordt
doorgeknipt en de tijdswaarde voor de sirene en/of I/O-module is ingesteld
op 1 minuut, dan stopt de sirene na 1 minuut.
De timer instellen
Tijd J1
J2
3 minuten (fabrieksprogrammering)
5 minuten
10 minuten
20 minuten
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING:
Maak de onder spanning staande behuizing
niet open. De onderdelen in de behuizing staan onder hoge
spanning.
Batterij vervangen en verwijderen
LET OP:
Batterijen kunnen exploderen of brandwonden
veroorzaken als ze worden opgeladen, onjuist uit of in elkaar
worden gehaald, of worden blootgesteld aan vuur of hoge
temperaturen.
Lever gebruikte batterijen in volgens de instructies uit de
batterijrichtlijn en/of de plaatselijke wet- en regelgeving. Houd
batterijen buiten het bereik van kinderen.
Om de batterijen van de buitensirene te verwijderen trekt u de zwarte
kunststof strip waarmee de batterijen op hun plaats worden gehouden los.
Vervang de batterijen alleen door standaard BS7201-lithiumbatterijen.
Gebruik geen andere typen lithiumbatterijen.
Technische specificaties
Voedingsspecificaties
Aantal en type batterijen
BS7201, 3 lithium celbatterijen
Batterijcapaciteit (maximaal)
14 Ah
Elektronica, bedrijfsspanning
printplaat
3,5 V
1
Bedrijfsspanning sirene/flitslamp
10,5 V
1
Levensduur batterij (normaal)
3 jaar *
Stroomverbruik – IO module
(typisch)
160 uA bij 3.5 V
± 5%
Stroomverbruik – sirene (typisch)
293 mA bij 10.5 V
± 5%
Stroomverbruik – flitslicht (typisch)
53 mA bij 10.5 V
± 5%
Specificaties algemene voorzieningen
Bedrijfstemperatuur
-25 °C tot +50 °C
Luchtvochtigheid max.
95%
zonder
condensatie
Omgeving
Gewicht 2,6
kg
* Indien maximaal 20 sirene-activaties van 3 minuten en flits-activaties van
15 minuten per jaar.
De Europese richtlijn "Afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur" (AEEA) is er op gericht om de impact van het afval van
elektrische en elektronische apparatuur op het milieu en de gezondheid
van de mens te minimaliseren. Om aan deze richtlijn te voldoen, mag
elektrische apparatuur die met dit symbool is gemarkeerd, niet worden
verwerkt in Europese openbare afvalsystemen. Europese gebruikers
van elektrische apparatuur dienen nu apparatuur aan het einde van de
levensduur aan te bieden voor verwerking. Meer informatie vindt u op
de volgende website:
www.recyclethis.info