background image

 

!

Menu 12, Dernier Carte (ATS1115/1116 uniquement) 

Cette option affiche le numéro de la dernière carte badgée sur un 

lecteur ATS1115 ou ATS1116, au format code d’installation/code 

 système, numéro d’identification ou sous forme de données de carte 

brutes (en fonction de la configuration du mode de sécurité). 

 

Gebruikersinterfaces 

 

D

E EENHEID MONTEREN

 

Het klepje van de GI scharniert aan de onderzijde. Als u het klepje 

wilt openen, neemt u het aan de zijkanten of bovenaan vast en trekt u 
er zachtjes aan. Dit zal dan naar beneden klappen. Het klepje kan 
volledig worden verwijderd door een van de pinnen voorzichtig uit de 
GI-houder te nemen. De metalen montageplaat aan de achterzijde is 
met een borgschroef bevestigd. Als u de metalen montageplaat wilt 
verwijderen, draait u de schroef ten minste 8 mm los, schuift u de 
montageplaat naar beneden en trekt u de onderzijde van de 
montageplaat weg van de GI-houder. 

Bevestig de metalen montageplaat op het montageoppervlak met de 

drie meegeleverde schroeven. Plaats de achterste sabotageknop op 
een vlakke ondergrond, gelijk met de achterzijde van de 
montageplaat (vermijd een ongelijkmatige of niet-vlakke ondergrond). 
Bij gebruik van de kabelinvoer aan de achterzijde (door de 
montageplaat heen), dient  
u in het montageoppervlak een opening te maken waar de kabel door 
heen kan. Stel de GI-adressen in met de dipswitches 1 tot 4 (zie 

Instellingen dipswitch

 hieronder). Stel de afsluitweerstand (dipswitch 

5), indien nodig, in (zie 

Instellingen dipswitch

 hieronder). Sluit de 

busbekabeling af. 

 BELANGRIJK: 

 Voordat u de GI aansluit, dient u eerst de  
voeding van het controlepaneel uit te schakelen. 

Plaats aan de achterzijde van de GI kunststof afdekkapjes 

(meegeleverd) op de niet-gebruikte kabelinvoeropeningen. Plaats de  
GI op de montageplaat en klik hem vast door de eenheid ongeveer  
8 mm te laten zakken. Draai de borgschroef onder aan de GI goed  
aan, maar draai de schroef niet te vast. 

L

OCATIE VAN VOORZIENINGEN OP ACHTERZIJDE VAN 

 

GI (

FIGUUR 

š

1. Kabelinvoergat   

4. Sabotageschakelaar 

2. Dipswitches 

 

5. Borgschroef 

3. Databus-aansluitingen 

CONTROLEPANEEL OP BEDIENDEEL AANSLUITEN

 

Raadpleeg de installatiehandleiding van het ATS-bediendeel voor 

instructies. 

S

ABOTAGESCHAKELAAR 

(

FIGUUR 

š

)

 

Het systeem werkt alleen correct als de achterste 

sabotageschakelaar is ingedrukt. Plaats de sabotageknop zodanig op 
een ondergrond dat de knop ingedrukt blijft nadat de GI is 
gemonteerd en geactiveerd wordt bij sabotage van de GI. Tijdens de 
werking verschijnt op het LCD-display “GI Sabotage” wanneer de 
sabotageknop niet meer is ingedrukt. 

D

IPSWITCHINSTELLINGEN VAN DE 

GI (

FIGUUR 

›

Aan de achterzijde van de GI bevinden zich dipswitches (Figuur 

š

waarmee de GI-adressen en de busafsluiting (TERM)-toestand wordt 
ingesteld. Deze instellingen worden beschreven in de volgende 
hoofdstukken. 

TERM-switch

 

Gebruik switch 5 om TERM in te stellen op 

‘AAN’, indien nodig. Voor elke bus mogen er niet meer dan twee 
Terminators op ‘AAN’ worden ingesteld. Raadpleeg de 
installatiehandleiding van het controlepaneel voor meer informatie 
over het gebruik van Terminators. 

GI-adres

   

Stel de GI-adressen in met de switches 1-4. 

A

ANSLUITINGEN 

(

FIGUUR 

œ

+13,8 Vdc

 

De GI kan van voeding worden voorzien via de + 

en – spanning van de bus van het controlepaneel, als de afstand 
tussen de GI en het controlepaneel niet groter is dan 100 m. Anders 

kan de GI ook van voeding worden voorzien via de AUX PWR van  
een DI of met behulp van een hulpvoeding. 

D+/D-

 

D+

 is de positieve-dataverbinding en 

D-

 is de negatieve-

dataverbinding van de databus. 

De GI is met het ATS-bediendeel verbonden via de RS485-databus,  

tot op 1,5 km afstand van het bediendeel of de 4-deurs controller-DI. 
Het is aanbevolen een afgeschermde, twisted-pair datakabel te 
gebruiken (WCAT52/54). De afscherming van elke buskabel moet 
slechts met één uiteinde op de aarding van het systeem zijn 
aangesloten. Om die reden is de ATS111x-GI niet uitgerust met een 
aardaansluiting. Als de bus met de GI is ‘doorgekoppeld’, controleer 
dan of de afscherming van de datakabel niet onderbroken is. Dit om  
de continuïteit van de afscherming te garanderen. 

RTE 

 

Een RTE-knop (normally open, puls-drukknopschakelaar) 

kan op de IN- en 0V-aansluitingen worden aangesloten (zie Figuur

 

œ

). Wanneer de schakelaar wordt ingedrukt, regelt deze het 

uitgangsverzoek naar het bediendeel. 

IN

  Op “IN” en “-“ kan een uitgangsschakelaar (normally open, puls-

drukknopschakelaar) worden aangesloten. Wanneer deze schakelaar 
wordt ingedrukt, zal deze de uitgangsverzoekfunctie activeren. 

UIT

 

Open collector uitgang Gebruik het eerste 

uitgangsnummer van de uitgangcontroller dat aan de GI is 
toegewezen. Raadpleeg de programmeerhandleiding van het ATS-
bediendeel voor meer informatie. 

I

NDICATIES

 

STATUS

-LED'

(

FIGUUR 

™

A

 

Groen 

 De 

spannings

-LED brandt wanneer het 

controlepaneel spanning krijgt van de netvoeding. 
 

  

!!

 

Geel

  

De 

storings

-LED brandt wanneer een 

systeemfout aanwezig is. 
 

 

Blauw 

 De 

toegangs

-LED knippert wanneer 

toegang is verleend tot een gebied dat aan de GI is 
toegewezen. 
 

 

 

 

Rood 

 De 

alarm

-LED brandt wanneer het systeem 

is gesaboteerd of wanneer een gebied dat aan de GI 
is toegewezen, zich in een alarmtoestand bevindt. Het 
gebied kan worden bekeken op de  
16 gebieden-LED's, welke zichtbaar zijn wanneer het 
GI-klepje is geopend of verwijderd. 

I

NDICATIES

 

GEBIEDEN

-LED (

FIGUUR 

™

Wanneer het klepje van de GI is geopend of verwijderd, zijn aan de 

onderzijde van de GI 16 rode LED's zichtbaar. Elke LED stelt een 
gebied voor. Daarbij gelden de volgende indicaties: 

• 

 

De LED brandt wanneer het overeenkomstige gebied  
is ingeschakeld. 

• 

 

De LED knippert traag wanneer een verstoring is 
gedetecteerd. 

• 

 

De LED knippert snel wanneer een alarm heeft 
plaatsgevonden. 

B

EDIENINGSFUNCTIES

 

 

Toetsenbordverlichting en nachtlicht 

Dit zijn de standaardinstellingen voor de toetsenbordverlichting en  

het nachtlicht: 

• 

 

De toetsenbordverlichting is actief gedurende ongeveer  
4¼ minuten nadat op een toets is gedrukt. 

• 

 

Nachtlicht is actief. 

Deze functies kunnen worden gewijzigd vanuit het GI-menu. 

Contrast van LCD 

Het LCD-contrast kan worden ingesteld door de ‘*’ MENU-toets 
ingedrukt te houden en even op de Pijl- - of Pijl- -toets  
te drukken om het contrast van het beeld te wijzigen. De 
standaardwaarde is 12. 

Verlichting van LCD 

De LCD-verlichting brandt gedurende 30 seconden nadat op een 
toets is gedrukt. 

 
Bediendeelzoemer 

De toonhoogte van de bediendeelzoemer kan worden ingesteld door  
de ‘CLEAR’-toets ingedrukt te houden en even op de Pijl- - of Pijl-

-toets te drukken om een andere toonhoogte te selecteren. De 

standaardwaarde is 16. 

Summary of Contents for Aritech ATS1110

Page 1: ... 2004 GE Interlogix B V MAINST ATS111x All rights reserved 07 2004 ATS1110 1111 1115 1116 Arming Stations ...

Page 2: ...panel via the RS485 data bus up to 1 5 km from the control panel or the four door controller DGP It is recommended to use 2 pair twisted shielded data cable WCAT52 54 The shield of any bus cable must be connected to system ground at one end only The ATS111x RAS is not provided with an Earth connection for this purpose If the bus is daisy chained to the RAS ensure that the shield of the cable is jo...

Page 3: ...the Rx LED flashes but the Tx LED does not the RAS is not programmed to be polled in the control panel or is addressed incorrectly PROGRAMMING MAP 1 Access LED options 0 EXIT Menu LED enabled Change Exit 2 Night Light Options 0 Exit Menu GE Security RAS1110 V05 0 EXIT Menu Night Light On Change Exit 3 Keypad Backlight Options 0 Exit Menu Keypad Backlight On Change Exit 4 RTE Egress Control 0 Exit ...

Page 4: ... partie supérieure du couvercle et tirez doucement le couvercle doit basculer sur ses supports Le couvercle peut être retiré entièrement en faisant levier sur l un des supports pour l éloigner du corps du RAS et en tirant La plaque de montage en métal située à l arrière est maintenue en place à l aide d une vis de blocage Pour retirer la plaque de montage dévissez la vis d au moins 8 mm faites gli...

Page 5: ... pendant 30 secondes suite à l enfoncement d une touche Tonalité des bips Il est possible de régler la tonalité des bips en appuyant sur la touche CLEAR et en la maintenant enfoncée tout en appuyant brièvement sur les touches ou pour modifier la tonalité des bips Le paramètre par défaut est 16 Format du texte LCD Le RAS ATS1111 dispose d un affichage LCD de 4 lignes x 16 caractères et peut affiche...

Page 6: ...a porte sera libéré Cette option est utilisée pour sortir rapidement d un groupe activé par défaut DDS Arm Désarm N utilisez pas cette option DDS Désactivé Lorsque la borne IN n est pas utilisée nous vous recommandons de désactiver cette option Menu 5 Réservé Réservé à un usage ultérieur Menu 6 Paramètres usine Cette option remplace tous les paramètres du RAS par les paramètres usine Les paramètre...

Page 7: ...8 Vdc De GI kan van voeding worden voorzien via de en spanning van de bus van het controlepaneel als de afstand tussen de GI en het controlepaneel niet groter is dan 100 m Anders kan de GI ook van voeding worden voorzien via de AUX PWR van een DI of met behulp van een hulpvoeding D D D is de positieve dataverbinding en D is de negatieve dataverbinding van de databus De GI is met het ATS bediendeel...

Reviews: