3. Ingebruikname
Pomp opstellen:
De plaats van opstelling moet vast en droog zijn en de pomp
moet stevig kunnen staan.
➔
Pomp op veilige afstand (min. 2 m) tot het transportmedium opstellen.
De pomp moet op een plaats met geringe luchtvochtigheid en
voldoende ventilatie in de omgeving van de ventilatiesleuven
worden opgesteld. De afstand tot de wanden moet minstens
5 cm bedragen. Via de ventilatiesleuven mag geen vuil (bijv. zand
of aarde) worden aangezogen.
Slang op de aanzuigzijde
Aan de aanzuigzijde geen waterslang-insteeksysteemonderdelen
aansluiten:
gebruiken. Er moet een vacuümbestendige slang gebruikt worden.
De aansluitstukken op de zuig- en drukzijde mogen alleen
met de hand aangetrokken worden !
• bijv. GARDENA aanzuiggarnituur,
art. nr. 1411.
Om de aanz uigtijd te verkorten als de pomp weer aanslaat, raden
wij het gebruik van een aanzuigslang met terugslapklep aan, die
voorkomt dat de aanzuigslang leegloopt als de pomp buiten
werking gesteld wordt.
1. Vacuümbestendige zuigslang
met de aansluiting op de
aanzuigzijde
verbinden en luchtdicht dichtschroeven.
2. Bij zuighoogtes boven de 4 m aanzuigslang extra bevestigen
(bijv. aan een houten paal vastbinden).
De pomp wordt door het gewicht van de zuigslang ontlast.
Slang aan de drukzijde
De beide pomp-aansluitingen
3a
zijn voorzien van een 33,3 mm
aansluiten:
(G1)-draad, waarop het GARDENA waterslang-insteeksysteem
evenals 13 mm (1/2”)-, 19 mm (3/4”)- en 16 mm (5/8”)-slangen
aangesloten kunnen worden. De achterste pompaansluiting is
met een afsluitdop afgesloten. Voor de aansluiting van twee
slangen kan de afsluitdop eraf geschroefd worden.
De doorvoercapaciteit wordt ten volle benut bij het gebruik van
19 mm (3/4”)-slangen in combinatie met bijv.
• GARDENA aansluitset voor pompen,
art. nr. 1752
,
resp. 25 mm (1”)-slangen met de in de sanitairvakhandel verkrijg-
bare aansluitarmaturen.
➔
Drukslang met de aansluiting
3a
op de drukzijde
verbinden.
Bij parallelle aansluiting van meer dan 2 slangen/aansluitappa-
raten raden wij het gebruik aan van de
• GARDENA 2- of 4-wegverdeler,
art. nr. 1210/1194
,
die direct op de aansluiting van de drukzijde
geschroefd kun-
nen worden.
4.
Bediening
Vloeistof pompen:
Let op ! Elektrische schok !
Er bestaat gevaar op verwondingen door elektri-
sche stroom.
➔
Voor het vullen de stekker van de beregenings-
pomp uit het stopcontact trekken.
Drooglopen van de pomp
➔
Pomp voor elk gebruik tot aan de overloop met
ca. 2 tot 3 l van de doorvoervloeistof vullen.
1. Schroefverbinding
op het vulstuk
met de hand opendraaien.
2. Circa 2 tot 3 l van de doorvloeistof via het vulaansluitstuk
tot aan de overloop vullen.
25
NL
3a
3a