GARANT 080122, User Manual, Page: 38 / 64

de
en
cs
da
es
fi
fr
hr
hu
it
lt
nl
pl
pt
ro
ru
sl
sv
zh
GARANT Blaaspistool met nippelset
3 Ø 6x100 mm stalen verlengstuk voor 6 afzonderlijke hoeken.
4 100 mm kunststof verlengstuk.
5 Turbonippel met 3-voudige luchtstroom.
6 1-1/4" x 42 mm ventilatorpunt.
7 */** Veiligheidsontluchtingsnippel voor blaaspistool.
* Occupational Safety and Health Administration (OSHA-nippel).
** Bij de ingangsdruk van 6.2 bar wordt voorkomen, dat de druk 2.0 bar overstijgt.
5. Montage
5.1. PERSLUCHTAANSLUITING OP BLAASPISTOOL
C
LET OP! Blaaspistool en schroefverbindingen voor persluchtaansluiting schoon houden. Bij verontreiniging
reinigen.
ü Steeknippel-persluchtkoppeling met buitendraad ¼ inch en afdichtmiddel voorbereid.
1. Steeknippel-persluchtkoppeling met buitendraad in luchttoevoerdraad in ¼ inch het blaaspistool schroeven.
» Aansluiting voor persluchtvoorziening tot stand gebracht.
5.2. MET PERSLUCHTVOORZIENING VERBINDEN
VOORZICHTIG
Bewegende delen
Gevaar voor beknelling van handen en vingers.
»
Niet tussen de snelspankoppeling en steeknippel van de persluchtvoorziening grijpen tijdens het bedienen van de snel-
spankoppeling.
ü Persluchtaansluiting van het blaaspistool gemonteerd.
1. Vergrendeling snelspankoppeling van de persluchtvoorziening naar achteren trekken.
» Snelspankoppeling is ontgrendeld.
2. Snelspankoppeling op steeknippel van de persluchtkoppeling steken.
3. Vergrendeling van de snelspankoppeling loslaten.
» Persluchtvoorziening met blaaspistool tot stand gebracht.
6. Bediening
VOORZICHTIG
Bewegende delen
Gevaar voor beknelling van handen en vingers.
»
Tijdens het bedienen van de ontkoppelhendel niet tussen de ontkoppelhendel en de behuizing van het blaaspistool
grijpen.
» Tijdens het bedienen van de snelspankoppeling niet tussen de nippel en vergrendeling van het blaaspistool grijpen.
6.1. BLAASPISTOOL GEBRUIKEN
ü
Blaaspistool op persluchtvoorziening aangesloten.
1. Nippels met blaaspistool verbinden.
2. Ontkoppelhendel tot aan de aanslag indrukken, om perslucht uit de geplaatste nippels te krijgen.
3. Ontkoppelhendel loslaten.
6.2. NIPPELOPZETSTUKKEN WISSELEN
D
ü Nippelopzetstuk overeenkomstig de toepassing geselecteerd.
1. Vergrendeling van het blaaspistool bedienen.
» Snelspankoppeling ontgrendeld.
2. Nippelopzetstuk plaatsen en met snelspankoppeling verbinden.
3. Vergrendeling van de snelspankoppeling vergrendelen.
» Nippelopzetstuk met blaaspistool verbonden.
38