21
Vogelafschrikking: Indien het schrikdraadapparaat gebruikt wordt om een
•
systeem van elektrische geleiders te voeden waarmee wordt tegengegaan
dat vogels op gebouwen rusten, dan mag geen elektrische geleider daarvan
geaard worden. Duidelijke waarschuwingsborden moeten op elke plaats worden
bevestigd waar personen directe toegang hebben tot de elektrische geleiders.
Een schakelaar moet worden geïnstalleerd om het schrikdraadapparaat van alle
polen van de zijn voedingslijn af te schakelen.
Afrasteringsdraden moeten op ruime afstand van telefoon- of telegraaflijnen of
•
radioantennes worden geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat alle gebruikte lichtnetgevoede neveninstallaties, die met de
•
elektrische afrastering zijn verbonden, minimaal dezelfde mate van isolatie
tussen de aangesloten afrastering en het lichtnet heeft heeft als waar het
schrikdraadapparaat in voorziet.
Indien een elektrische afrastering een publiek pad kruist, moet een spanningsvrije
•
poort in de elektrische afrastering worden geplaatst of moet er een
overstapplaats aangebracht worden. Bij deze kruisingen moeten de naburige
geëlectrificeerde draden een waarschuwingsbord hebben (G602).
Alle elektrische afrasteringen moeten, volgens de EN60335-2-76 norm, worden
•
voorzien van duidelijke zichtbare waarschuwingsbordjes. Ze moeten worden
geplaatst:
Bij alle poorten
-
Bij alle ingangen
-
Langs het raster elke 10m
-
Naast ander bordjes (mochten er andere zijn, daar moet dan ook een
-
waarschuwingsbordje naast geplaatst worden)
Van alle delen van het raster die zich langs de openbare weg bevinden, moeten
•
de bordjes stevig bevestigd zijn aan de palen of goed vastgeklemd zijn aan de
draden.
De afmetingen van het waarschuwingsbordje moeten tenminste 100mm x
•
200mm bedragen.
De kleur moet aan beide zijden geel zijn en de belettering moet zwart zijn met de
•
volgende inhoud:
“PAS OP: SCHRIKDRAAD!” of,
-
Het onderstaande symbool:
-
Nederlands