69
Installeren en aansluiten
nl
Energie besparen
Wanneer u de volgende aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat minder stroom.
Aanwijzing:
De plaatsing van de uitrustingsonderdelen heeft geen invloed op het energieverbruik van het apparaat.
--------
Apparaat installeren
Apparaat niet blootstellen aan direct zonlicht.
Bij een lage omgevingstemperatuur hoeft het apparaat min-
der vaak te koelen en verbruikt daardoor minder stroom.
Het apparaat zo ver mogelijk van radiatoren, fornuis en
andere warmtebronnen plaatsen:
Naast elektrische of gasfornuizen: 3 cm.
Naast een cv-installatie: 30 cm.
Aanwijzing:
Als dat niet mogelijk is een isolatieplaat aanbrengen tussen
het apparaat en de warmtebron.
Een opstelplaats met een binnentemperatuur van ca. 20 °C
kiezen.
Een nisdiepte van 56 cm aanhouden.
Attentie!
Gevaar voor verbranding!
Sommige onderdelen van het apparaat worden tijdens het
gebruik heet. Aanraking van deze onderdelen kan brandwon-
den veroorzaken.
De lucht bij de achterwand van het apparaat wordt niet zo
warm. Het apparaat verbruikt minder stroom wanneer de
warme lucht kan wegtrekken.
Ventilatieopeningen niet afdekken of versperren.
De ruimte dagelijks luchten.
Gebruik van het apparaat
Deur van het apparaat slechts kort openen.
De lucht in het apparaat wordt niet veel warmer. Het apparaat
hoeft minder vaak te koelen en verbruikt daardoor minder
stroom.
Gekochte levensmiddelen in een koeltas transporteren en
snel in het apparaat leggen.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, daarna in
het apparaat plaatsen.
Diepvrieswaren ter ontdooiing in het koelvak leggen, om de
kou van de diepvrieswaren te benutten.
Altijd wat ruimte openlaten tussen de levensmiddelen en de
achterwand.
De lucht kan circuleren en de luchtvochtigheid blijft constant.
Het apparaat hoeft minder vaak te koelen en verbruikt daar-
door minder stroom.
Levensmiddelen luchtdicht verpakken.
Achterkant van het apparaat eenmaal per jaar schoon zuigen. De lucht bij de achterwand van het apparaat wordt niet zo
warm. Het apparaat verbruikt minder stroom wanneer de
warme lucht kan wegtrekken.
Ventilatieopeningen niet afdekken of versperren.