Veiligheidsvoorschriften
Bij verkeerd gebruik kan dit product gevaarlijk zijn! Het product kan de bediener en anderen ernstig
verwonden. Om de veiligheid en doeltreffendheid van het product te garanderen is het derhalve belangrijk
dat de waarschuwingen en veiligheidsinstructies gevolgd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de
bediener om de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze handleiding en op het product te volgen.
Uitleg van symbolen op het product
Waarschuwing
Lees de handleiding voor de gebruiker aandachtig
door, zodat u volledig vertrouwd bent met de
verschillende bedieningselementen en de werking
daarvan.
Houd de grasmaaier steeds op de grond
tijdens het maaien. De grasmaaier zou stenen
kunnen uitwerpen wanneer hij opgeheven of
gekanteld wordt.
Houd andere personen op een afstand. Maai
niet wanneer andere personen, vooral
kinderen, of dieren in het maaigebied staan.
Wees voorzichtig met de scherpe bladen -
verwijder de stekker uit het stopcontact voor u
onderhoud pleegt of als de kabel beschadigd
is.
De bladen blijven ronddraaien nadat de
machine is uitgezet.
De voedingskabel uit de buurt van het mes
houden.
Algemeen
1. Dit product is niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke
of geestelijke mogelijkheden of gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij zij onder toezicht staan of instructie hebben
gekregen over het gebruik van het product van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten
onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat zij niet met
het product spelen. Plaatselijke regels kunnen beperkingen
opleggen aan de leeftijd van degene die het product bedient.
2.
Laat kinderen of mensen die deze instructies niet
kennen het product niet gebruiken.
3.
Stop het gebruik van de machine als er mensen,
vooral kinderen, of huisdieren in de buurt zijn.
4. Gebruik de grasmaaier alleen op de manier en voor de
doeleinden die in deze handleiding beschreven staan.
5. Gebruik de grasmaaier nooit wanneer u moe of ziek
bent, of wanneer u onder de invloed van alcohol,
drugs of een geneesmiddel bent.
6. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen of
gevaren die andere mensen of hun eigendom treffen.
7. Lees de handleiding voor de gebruiker aandachtig door,
zodat u volledig vertrouwd bent met de verschillende
bedieningselementen en de werking daarvan.
Elektrisch
1. Het gebruik van een reststroomaparaat met een
uitschakelstroom van niet meer dan 30 mA wordt
aanbevolen. Zelfs met een reststroomaparaat gečnstalleerd
kan veiligheid niet 100% gegarandeerd worden. U dient
altijd veilige werkmethoden te volgen. Het reststroomaparaat
dient voor elk gebruik gecontroleerd te worden.
2. Het snoer vóór gebruik op tekenen van schade of slijtage
controleren. Als het snoer defect is, het product naar een erkend
reparatiecentrum brengen om het snoer te laten vervangen.
3. Gebruik de grasmaaier niet als de elektrische snoeren
beschadigd of versleten zijn.
4. Schakel de netvoeding meteen uit als het snoer
doorgesneden is of als het isolatiemateriaal beschadigd is.
Raak het elektrisch snoer niet aan voordat de netvoeding
uitgeschakeld is. Herstel een doorgesneden of beschadigd
snoer niet. Vervang het door een nieuw snoer.
5. Uw verlengsnoer mag geen spiraalsnoer zijn.
Spiraalsnoeren kunnen oververhitten en doen de
doeltreffendheid van uw maaier afnemen.
6. Houd het snoer uit de buurt van de grasmaaier. Werk steeds
van de wandcontact-doos weg. Maai op en neer, nooit in cirkels.
7. Span het snoer niet rond scherpe voorwerpen.
8. Schakel de netvoeding steeds uit voordat u de stekker,
de snoerverbinding of het verlengsnoer losmaakt.
9. Schakel uit, haal stekker uit het stopcontact en controleer
het elektrisch snoer op sporen van schade of veroudering
voordat u het opwindt voor het opbergen. Herstel een
beschadigd snoer niet, vervang het door een nieuw snoer.
10.Wind het snoer steeds voorzichtig op, vermijd kinken.
11.Dit product nooit aan de kabel dragen.
12.Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het
stopcontact te halen.
13.Sluit alleen op AC-netvoeding aan zoals op het etiket
wordt vermeld.
14.De producten van Husqvarna zijn dubbel gečsoleerd
conform EN60335. Er mag onder geen beding aarding
worden aangesloten op enig onderdeel van dit product.
Kabels
Als u een verlengsnoer met dit product wilt gebruiken,
mogen alleen de volgende snoerafmetingen worden gebruikt:
- 1.0 mm2 : max. 40 m lang
- 1.5 mm2 : max. 60 m lang
- 2.5 mm2 : max. 100 m lang
Minimaal vermogen:
1.00mm2 formaat kabel, 10 ampère, 250 volt wisselstroom
1. De stroom- en verlengkabels are verkrijgbaar bij het
plaatselijke goedgekeurde reparatiecentrum van
Husqvarna UK Ltd..
2. Gebruik uitsluitend verlengkabels die specifiek bestemd
zijn voor gebruik buitenshuis en die voldoen aan de
volgende specificaties. Normaal rubber (60245 IEC
53), Normaal PVC (60227 IEC 53) of Normaal PCP
(60245 IEC 57)
3.
Als het korte aansluitsnoer is beschadigd, moet het door
de fabrikant, zijn service-agent of een gelijkaardig
gekwalificeerde persoon worden vervangen om
gevaar te vermijden.
Voorbereiding
1. Tijdens het gebruik van dit apparaat altijd degelijke
schoenen en een lange broek dragen. De apparatuur
nooit met blote voeren of open sandalen bedienen.
2. Verwijder alle stokken, stenen en beenderen van het te
maaien gebied voordat u gaat maaien, want het mes kan
dat soort afval tijdens het maaien uitwerpen.
3. Controleer de machine vóór gebruik en na harde
schokken altijd op eventuele slijtage en
beschadigingen en repareer deze zo nodig.
4. Vervang versleten of beschadigde messen en hun
bouten in paren om het evenwicht te bewaren.
Gebruik
1. Maai alleen in het daglicht of bij een goede
kunstmatige verlichting.
2. Gebruik uw grasmaaier, indien mogelijk, niet op nat gras.
3. Let steeds op uw voeten wanneer u hellingen maait
en draag anti-slip schoeisel.
4. Maai dwars over een helling, nooit op en neer.
5. Wees erg voorzichtig bij het veranderen van richting op
een helling. Vermijd rennen, wandel.
6. Maai geen te steile hellingen.
7. Wandel niet achteruit tijdens het maaien want u zou
kunnen struikelen. Trek de maaier nooit naar u toe
tijdens het maaien.
8.
Nooit gras maaien door het product naar u toe te trekken.
9. Schakel de maaier uit voordat u hem over oppervlakten,
die niet met gras bekleed zijn, voortduwt.
10.Gebruik de maaier nooit zonder dat de afweerkap
geplaatst is of als de afweerkap beschadigd is.
11.Zet de motor aan volgens de instructies, met uw
voeten ver genoeg verwijderd van het mes.
NEDERLANDS - 1