35
1) Aanzuigrooster verstopt.
2) Antiterugkeerklep geblokkeerd
3) Lucht in de behuizing van de pomprotor
(luchtbellen).
4)Het waterniveau is onder het
startniveau.
1) Reinig het rooster.
2) Reinig of vervang de klep.
3) Herhaal een aantal keren het opstarten zodat
de lucht er helemaal uit gaat.
4)Vul de pomp via het universele
snelverbindingsstuk met water.
NL
5
5) DE POMP START EN STOPT
NIET IN DE AUTOMATISCHE
STAND
1) De pomp bevindt zich niet in de
verticale stand.
2) De ingebouwde vlotterschakelaar zit
vast.
1) Zet de pomp zo neer dat hij rechtop blijft
staan.
2) Maak de vlotterschakelaar schoon.
Indien de storing na deze handelingen niet verdwijnen moet men zich wenden tot de dealer (klantenservice).
NL
1) DE POMP POMPT GEEN
WATER, DE MOTOR DRAAIT
NIET
2) DE POMP GEEFT GEEN
WATER, MAAR DE MOTOR
DRAAIT
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
REMEDIE
1) Geen electrische energie.
2) Steker niet goed eringestoken.
3) Differentiaalschakelaar ingegrepen.
4) Pomprotor geblokkeerd.
5) Motor of condensator beschadigd.
2) Controleer de aanwezigheid van electrische
spanning, doe de steker er goed in.
3) Zet de differentiaalschakelaar weer aan.
In het geval dat deze opnieuw ingrijpt moet
men zich wenden tot een gespecialiseerde
electriciën.
4) Neem contact op met de klantenservice.
5) Neem contact op met de klantenservice.
3) DE POMP GEEFT WEINIG
WATER
4) DISCONTINUE WERKING
1) Aanzuigrooster gedeeltelijk verstopt.
2) Leiding verstopt.
3) Pomprotor versleten.
1) Reinig het rooster.
2) Verwijderen de onraad.
3) Neem contact op met de klantenservice.
1) Vaste deeltjes verhinderen normaal
lopen van de pomprotor.
2) Temperatuur van de vloeistof te
hoog.
3) Spanning buiten tolerantie.
4) Vloeistof te dik.
5) Motor defect.
1) Verwijder onraad.
3) Neem gegevens op typeplaatje in acht.
4) Verdun de gepompte vloeistof.
5) Neem contact op met de klantenservice.