20
NL BE
Elektrische veiligheid:
Opgepast: zo vermijdt u ongevallen
en verwondingen door een elektri-
sche schok:
• Indien er zich personen in het water
bevinden, mag het apparaat niet be
-
diend worden. Er bestaat gevaar door
een elektrische schok.
• Tijdens de werking van het apparaat
moet na de installatie de netstekker vrij
toegankelijk zijn.
• Voordat u uw nieuwe pomp in gebruik
neemt, laat u door een vakman nakij
-
ken:
- Aardaansluiting, nulstelling, lekstroom-
beschermingsschakeling moeten aan
de veiligheidsvoorschriften van de
energiebedrijven voldoen en foutloos
functioneren
- Bescherming van de elektrische gelei
-
derbruggen tegen natheid.
- Bij overstromingsgevaar de geleider
-
bruggen in de tegen een overstroming
beveiligde zone aanbrengen.
• Let erop dat de netspanning met de ge
-
gevens van het typeaanduidingplaatje
overeenstemt.
• Sluit het apparaat uitsluitend op een
contactdoos met lekstroombescher
-
mingsinrichting (differentieelschake-
laar) met een toegekende stroom van
maximaal 30 mA aan; zekering min-
stens 6 ampère.
• Controleer telkens vóór gebruik appa
-
raat, snoer en stekker op beschadigin
-
gen. Defecte snoeren mogen niet ge-
repareerd worden, maar moeten door
een nieuws snoer vervangen worden.
Laat schade aan uw apparaat door
een geautoriseerde vakman verhelpen.
• Gebruik het snoer niet om de stekker
uit de contactdoos te trekken. Be
-
scherm het snoer tegen hitte, olie en
scherpe randen.
• Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd wordt, moet het door de
fabrikant of door zijn klantenservice
-
afdeling of door een gelijkwaardig
gekwalificeerde persoon vervangen
worden om gevaren te vermijden.
• Draag of bevestig het apparaat niet
aan het snoer.
• Gebruik uitsluitend verlengsnoeren,
die tegen spatwater beschermd zijn en
voor het gebruik in de open lucht be
-
stemd zijn. Rol een snoertrommel vóór
gebruik altijd helemaal af. Controleer
het snoer op beschadigingen.
• Trek vóór alle werkzaamheden aan het
apparaat, bij lekkages in het water
-
systeem, tijdens werkonderbrekingen
en bij niet-gebruik de netstekker uit de
contactdoos.
• Netaansluitleidingen mogen geen
geringere dwarsdoorsnede dan rub
-
beren slangleidingen met de benaming
H07RN-F hebben. De leidinglengte
moet 10 m bedragen. De dwarsdoor
-
snede van het verlengsnoer moet min-
stens 2,5 mm² bedragen.
Ingebruikname
Montage van de aluminium-
buizen
Controleer vóór de montage van de
aluminiumbuizen en van de buigza
-
me buis, of er in de schroefhulzen
telkens één afdichtring aangebracht
is. Eventueel moet deze nog inge-
legd worden:
Afdichtringen aanbrengen:
1. Druk
- telkens één kleine afdichtring