36
heen schiet. Indien bijvoorbeeld een steun-
schijf blijft steken of vastgeklemd raakt in
het werkstuk, kan de schijf zich in zijn volle
omtrek bij het klempunt in het werkstuk-
oppervlak ingraven, waardoor deze naar
buiten gewerkt of geslagen wordt. De schijf
kan, afhankelijk van de draairichting bij het
klempunt, naar de gebruiker toe of van hem
weg springen.
Schuurschijven kunnen daarbij ook breken.
Een terugslag is het resultaat van een ver-
keerd gebruik van de machine en/of een
verkeerde werkwijze of bediening, en kan
worden voorkomen door de volgende voor-
zorgsmaatregelen na te leven.
- Houd de machine steeds vast en plaats uw
lichaam en armen zo, dat u de krachten
van een terugslag kunt controleren. Ge-
bruik, indien meegeleverd, altijd de extra
handgreep zodat u terugslagen of reactie-
momenten bij de aanloop zo goed mogelijk
onder controle kunt houden. Wanneer de
juiste voorzorgsmaatregelen worden ge-
nomen, kan de gebruiker reactiemomen-
ten of terugslagkrachten controleren.
- Kom met uw hand nooit in de nabijheid van
draaiend inzetgereedschap. Inzetgereed-
schap kan via uw hand terugslaan.
- Kom met uw lichaam nooit in het gebied
waarin de machine zich bij een terugslag
zal bewegen. Een terugslag zorgt ervoor
dat de machine tegen de draairichting
van de schijf in om het klempunt heen
schiet.
- Wees met name voorzichtig bij het wer-
ken in hoeken, bij scherpe randen, etc.
Voorkom dat het gereedschap terugspringt
of vast komt te zitten. Bij het werken in
hoeken en aan scherpe randen of wan-
neer draaiend gereedschap terugspringt,
kan het vast komen te zitten, waardoor
de controle over het gereedschap verloren
wordt en een terugslag ontstaat.
- Monteer geen kettingzaag of getande
zaagbladen voor het zagen van hout. Zulke
bladen veroorzaken vaak een terugslag
en verlies van controle over het gereed-
schap.
Speciale veiligheidsinstructies voor
het borstelen
- Wees u ervan bewust dat ook bij normaal
gebruik draden van de borstel kunnen
worden weggeslingerd. Belast de draden
niet te zeer door te veel van de borstel te
vergen. De draden kunnen gemakkelijk
door dunne kleding en/of de huid heen
dringen.
- Indien het gebruik van een beschermkap
voor de draadborstels is vereist, zorg er
dan voor dat er geen contact plaatsvindt
tussen de draadborstel/-schijf en de be-
schermkap. De diameter van de draadbor-
stels/-schijven kan groter worden door ar-
beids- en middelpuntvliedende krachten.
5.3 Emissiewaarden
De volgens EN 60745 bepaalde waarden
bedragen gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau 84
dB(A)
Geluidsvermogenniveau 95
dB(A)
Meetonzekerheidstoeslag
K = 4 dB
Vastgestelde versnelling
3 m/s
2
WAARSCHU-
WING
Door het geluid dat tijdens het
bewerken ontstaat, raakt het
gehoor beschadigd.
Draag gehoorbescherming!
f
6 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen wanneer de
machine met een ontoelaatbare span-
ning of frequentie wordt gebruikt.
- De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op
het typeplaatje van de machine overeen
te stemmen.
- In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van
120 V/60 Hz worden ingezet.
De machine bezit een vergrendelbare in-
/uit-schakelaar [1-1] met inschakelblok-
kering [1-2]. Om de schakelaar te kunnen
bedienen, moet eerst de inschakelblokkering
opgeheven worden door er met de duim
op te drukken. Wanneer u na aanloop van
de machine de inschakelblokkering kort
ingedrukt houdt, wordt de schakelaar bij
een lopende motor vergrendeld. De motor
schakelt uit wanneer u de in-/uit-schakelaar
nogmaals indrukt.