
37
Kom met uw lichaam nooit in het ge-
•
bied waarin de machine zich bij een
terugslag zal bewegen.
Een terugslag
zorgt ervoor dat de machine tegen de draai-
richting van de schijf in om het klempunt
heen schiet.
Wees bijzonder voorzichtig bij het wer-
•
ken in hoeken, bij scherpe randen, etc.
Voorkom dat het inzetgereedschap terug-
springt of vast blijft zitten. Bij het werken in
hoeken en aan scherpe randen of wanneer
draaiend gereedschap terugspringt, kan het
vast komen te zitten, waardoor de controle
over het gereedschap verloren wordt en een
terugslag ontstaat.
Monteer geen kettingzaag of getande
•
zaagbladen voor het zagen van hout.
Zulke bladen veroorzaken vaak een te-
rugslag en verlies van controle over het
gereedschap.
Speciale veiligheidsinstructies voor het
fi
jnslijpen
Gebruik bij het
fi
jnslijpen geen al te
•
groot schuurpapier. Volg bij de keuze
van het schuurpapier de aanwijzingen
van de producent.
Te groot schuurpapier,
dat over de schuurzool uitsteekt, vormt een
gevaar voor snijwonden en kan leiden tot
klemming, schijfbreuk of terugslag.
Speciale veiligheidsinstructies voor het
ruwslijpen en doorslijpen.
Gebruik alleen de soorten schijven die
•
voor uw machine zijn vastgesteld en
de speciale beschermkap die voor de
gebruikte soort schijf is voorgeschre-
ven.
Schijven die niet voor de machine zijn
voorgeschreven, kunnen niet voldoende
worden beschermd en zijn onveilig.
De beschermkap dient goed aan de
•
machine te zijn bevestigd en zo ge-
plaatst te zijn dat een zo klein mogelijk
deel van de schijf naar de gebruiker
toe onbeschermd is, waardoor een
maximale bescherming gewaarborgd
wordt.
De beschermkap draagt ertoe bij
dat de gebruiker beschermd wordt tegen
afgebroken schijfdelen en dat hij minder
gemakkelijk per ongeluk met de schijf in
aanraking komt.
De schijven mogen alleen worden ge-
•
bruikt voor de daarvoor bestemde toe-
passingen. Bijvoorbeeld: gebruik geen
schuurschijven met een omtrekzijde
voor het doorslijpen.
Doorslijpschijven
zijn bedoeld voor het discusslijpen; door
zijwaartse krachten kunnen deze schijven
uiteenspringen.
Gebruik voor de geselecteerde schijf
•
altijd onbeschadigde
fl
enzen met de
juiste afmetingen en vorm.
Flenzen met
de juiste maat geven de schijven steun,
zodat de kans kleiner wordt dat ze breken.
Flenzen voor doorslijpschijven zijn anders
dan die voor schuurschijven.
Gebruik geen versleten schijven van
•
grotere machines.
Een schijf die voor een
grotere machine bestemd is, is niet bere-
kend op het grotere toerental van een klei-
nere machine en kan daardoor barsten.
Speciale veiligheidsinstructies voor het
borstelen
Wees u ervan bewust dat ook bij nor-
•
maal gebruik draden van de borstel
kunnen worden weggeslingerd. Belast
de draden niet te zeer door te veel van
de borstel te vergen.
De draden kunnen
gemakkelijk door dunne kleding en/of de
huid heen dringen.
Indien het gebruik van een bescherm-
•
kap voor de draadborstels is vereist,
zorg er dan voor dat er geen contact
plaatsvindt tussen de draadborstel/-
schijf en de beschermkap.
De diameter
van de draadborstels/-schijven kan groter
worden door arbeidsen middelpuntvlie-
dende krachten
2.3 Emissiewaarden
De volgens EN 50144 bepaalde waarden be-
dragen gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau
82 dB(A)
Geluidsvermogenniveau
93 dB(A)
Meetonzekerheidstoeslag
K = 4 dB
Draag gehoorbescherming!
Beoordeelde acceleratie
< 2,5 m/s
2
2.4 Metaalbewerking
Bij de bewerking van metaal dienen de
volgende veiligheidsmaatregelen te wor-
den genomen:
Voorschakelen van een differentiaal- (FI-,
•
PRCD-) veiligheidsschakelaar.
Machine aansluiten op een geschikt afzui-
•
gapparaat.
Machine regelmatig ontdoen van stofafzet-
•
tingen in het motorhuis.