13
NL
oude snoeren of stekkers direct weg zodra ze
door nieuwe exemplaren zijn vervangen. Het is
gevaarlijk om de stekker van een los snoer in een
stopcontact te steken.
Bij gebruik van verlengsnoeren
Gebruik uitsluitend een goedgekeurd
verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen
van de machine. De aders moeten een doorsnede
hebben van minimaal 1,5 mm2. Wanneer het
verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan
helemaal af. Gebruik verlengkabels met
randaarde.
3. INGEBRUIKNAME
Gebruik dit apparaat alleen voor
werkzaamheden, die binnen het
toepassingsgebied zijn toegelaten.
• Monteer de houder (5) van de soldeerbout
op het station en zet de soldeerbout (3) in de
houder.
• Maak de spons [8] een beetje vochtig met wat
kraanwater.
• Monteer de juiste soldeertip (1) voor het
soldeerwerk (zie De Tip vervangen hieronder).
• Plaats het station op een hittebestendig,
vlak en massief oppervlak. Steek de stekker
van het soldeerstation in het stopcontact
en schakel het station in met de aan/uit-
schakelaar (4).
• Draai de temperatuurregelknop (7) naar de
gewenste temperatuurinstelling (in een bereik
van 160°C tot 500°C)
• Wacht tot de soldeertip de geselecteerde
temperatuur heeft bereikt. Test de temperatuur
van de tip door de tip in aanraking te brengen
met soldeer. De tip is heet genoeg wanneer de
soldeer gemakkelijk wegsmelt.
• Druk de pen van de soldeerbout stevig tegen
de onderdelen die moeten worden gesoldeerd
zodat deze worden verhit. Let er vooral op
dat u de pen tegen een zo groot mogelijk
oppervlak van de onderdelen drukt. De
overdracht van hitte is dan het grootst.
• Houd de tinsoldeerdraad op een veilige
afstand vast zodat u niet uw vingers brandt.
Steek vervolgens de tinsoldeerdraad tussen
de tip en de onderdelen die moeten worden
gesoldeerd.
• Als de onderdelen voldoende zijn verhit, dan
smelt de tinsoldeer en loopt deze in de ruimte
tussen de onderdelen die moeten worden
samengevoegd.
• Neem de pen van de onderdelen die moeten
worden samengevoegd maar zonder dat deze
bewegen en wacht tot de voeg is afgekoeld en
gestold (ongev. 10 seconden).
• Als de voeg goed is gesoldeerd, dan krijgt u
een glad, glanzend oppervlak.
• Maak de soldeertip na iedere soldeerbeurt
schoon met de spons.
• Plaats de soldeerbout terug in zijn houder,
schakel het toestel uit en trek na gebruik de
stekker uit het stopcontact.
• Laat de soldeerbout afkoelen en berg hem op
een droge plaats op.
Waarschuwing: Dit apparaat moet op zijn
standaard worden geplaatst, wanneer
het niet gebruikt wordt.
Hierna volgen enkele voorbeelden van slechte
soldeerverbindingen:
• Is het tin druppelvormig, dan was het
soldeerstremsel te koud.
• Is het tin mat en licht poreus of kristalachtig,
dan zijn de delen waarschijnlijk gedurende het
afkoelen bewogen.
• Is er te weinig tin op de verbinding
achtergebleven, dan was de soldering te warm
of is er te weinig tin gesmolten.
• Is het tin geel/zwart, dan betekent dat, dat
er teveel soldeervet werd gebruikt, resp. dat
de zuurkern van de soldeerdraad oververhit
op de soldering is gelopen. Dit dient u vooral
bij elektronische circuits te voorkomen,
omdat de meeste zuurvetten corrosief zijn en
de houdbaarheid van elektrische leidingen
verkorten.
Vervanging van de soldeerpunt
Trek de stekker uit het stopcontact!
• Schakel het soldeerstation uit en trek
de stekker uit het stopcontact. Pak de
soldeerbout en de tip pas vast wanneer ze zijn
afgekoeld tot kamertemperatuur.
• Schroef de bevestigingsmoer (2) los. Trek
Summary of Contents for SGM1013
Page 2: ...2 Fig B 4 1 2 3 5 6 7 8 9...
Page 67: ...67 EL 2 CE H H...
Page 68: ...68 EL N 1 5 mm2 3 5 3 8 1 4 7 160 C 500 C 10...
Page 69: ...69 EL 2 1 3 1 2 3 4 E 60 40 60 40...
Page 70: ...70 EL 5 o 2012 19 EU...
Page 71: ...71 MK 2 1 220 240 V 50 Hz 48 W I 0 6 kg A 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2...
Page 72: ...72 MK 1 5 mm2 3 5 3 8 1 4 7 160 C 500 C...
Page 73: ...73 MK 10 2 1 3 1 2 3 4 60 40 60 40...
Page 74: ...74 MK 5 2012 19 EU...
Page 75: ...75...
Page 77: ...77...
Page 78: ...78...