dig automatisch het vermogen van een
kookzone (de laatste opdracht krijgt de
hoogste prioriteit).
Kookplaat met vermogensbegrenzing -
de functie verdeelt het vermogen over de
kookzones om te voorkomen dat een
kookzone op een hoger vermogen dan
de limiet wordt ingesteld (om het vermo-
gen van een bepaalde kookzone te ver-
hogen, is het noodzakelijk om de voor de
andere zone ingestelde vermogens-
stand handmatig te verlagen).
Bijvoorbeeld:
Als voor kookzone 1 de extra vermo-
gensstand (boost) (P) is geselecteerd,
kan kookzone 2 niet tegelijkertijd de ver-
mogensstand 9 overschrijden en wordt
deze automatisch beperkt.’
11. GIDS VOOR HET
GEBRUIK VAN DE
PANNEN
Welke pannen zijn geschikt?
Gebruik alleen pannen met een ferro-
magnetische bodem die geschikt zijn
voor gebruik op inductiekookplaten:
• gietijzer
• geëmailleerd staal
• koolstofstaal
• roestvrijstaal (ook niet geheel)
• aluminium met ferromagnetische coa-
ting of bodem met ferromagnetische
plaat
Controleer of het symbool
aanwezig
is (meestal op de onderkant gedrukt) om
na te gaan of de pan geschikt is. U kunt
ook een magneet in de buurt van de bo-
dem van de pan plaatsen. Als deze blijft
zitten, betekent dit dat de pan kan wor-
den gebruikt op een inductiekookplaat.
Gebruik voor een optimaal rendement
altijd pannen met een vlakke bodem die
de warmte gelijkmatig kan verdelen. Een
bodem die niet perfect vlak is, kan de ge-
leiding van het vermogen en de warmte
beïnvloeden.
Hoe moeten de pannen worden ge-
bruikt?
Minimale diameter van de pan/koeken-
pan voor de verschillende kookzones.
Voor een goede werking van de kook-
plaat moet de pan een of meer van de re-
ferentiepunten die op het oppervlak van
de kookplaat zijn aangegeven bedekken
en een geschikte minimumdiameter
hebben.
Gebruik altijd de kookzone die het beste
past bij de diameter van de bodem van
de pan.
Kookzone
Diameter van de bodem van de pan
Ø min. (aanbevolen) Ø max (aanbevolen)
Gecombineerd links
190 mm
230 mm
Enkel links
110 mm
190 mm
Midden rechts
110 mm
160 mm
PijlRechts
110 mm
200 mm
Lege pannen/koekenpannen of pan-
nen met een dunne bodem
Gebruik geen lege pannen/koekenpan-
nen of pannen met een dunne bodem op
de kookplaat, omdat u dan de tempera-
tuur niet kunt regelen of de kookzone niet
automatisch kunt uitschakelen als de
temperatuur te hoog is, met het risico dat
u de pan of het oppervlak van de kook-
plaat beschadigt.
Als dit gebeurt, raak dan niets aan en
wacht tot alle onderdelen zijn afgekoeld.
Als een foutmelding verschijnt, raad-
pleeg dan het deel ‘Oplossen van proble-
men’.
Nuttige aanwijzingen/ tips
Geluiden tijdens de werking
Bij inschakeling van een kookzone kan
een kort gezoem hoorbaar zijn. Dit is een
typisch verschijnsel van glaskeramische
kookzones en heeft geen invloed op de
werking of op de levensduur van het ap-
paraat. Het geluid kan afhankelijk zijn
van de gebruikte pan. Als er sprake is
van een sterke storing, kan het nuttig zijn
om de pan te vervangen.
119