Extel IRON 2, Installation And User Manual, Page: 42 / 64

CFI EXTEL IRON 2 - V1 - 01/2013
NL4
5. BEKABELING
Laat de kabel van de videofoon niet door dezelfde buis lopen als de elektriciteitskabels om het risico van storingen
en een slechte werking te vermijden.
1. Sluit de apparaten goed aan volgens de bedradingsschema’s (zie afb. 6-7-8-9).
2. Er zijn maar twee kabels nodig voor alle functies:
bel, beeld, geluid, bediening van een automatisch hek en de bediening van een schootplaat of elektrisch slot.
Afstand tussen de laatste unit
en de laatste monitor
Te gebruiken kabeltype
Van 1 tot 100 meter 2 draden van 1,5 mm²
LET OP: verdubbel nooit draden met een kleinere doorsnede om te gebruiken als een draad van 1,5 mm
2
.
a. Aansluiting van de monitor/straatunit
• Connectoren “C+” “C-” van de monitor op de connectoren “C+” “C-” van de straatunit.
Het is raadzaam om zo mogelijk de afstand tussen de verst verwijderde monitor en de straatunit te verkleinen om
videostoringen te voorkomen (zie sterbekabeling, afb. 9).
b. Aansluiting van een schootplaat of elektrisch slot
(afb. 6)
Sluit deze direct aan op de connectoren van de straatunit (u hoeft geen rekening te houden met polariteit).
Let op dat deze functie alleen werkt als het scherm ingeschakeld is. Tijdens de bediening verdwijnt
het beeld even van het scherm.
Belangrijk:
de schootplaat die of het elektrische slot dat u installeert, moet absoluut zijn voorzien van een mecha-
nisch geheugen en moet weinig stroom verbruiken, zoals alle EXTEL-bronnen.
c. Aansluiting van een automatische poort
(afb. 6)
Sluit deze direct aan op de connectoren van de straatunit. De straatunit levert een “potentiaalvrij” contact
zonder stroom naar de bediening van de “drukknop” van uw automatische poort.
Let op dat deze functie alleen werkt als het scherm ingeschakeld is.
d. Aansluiting van de voeding
(afb. 6)
Sluit de voeding direct aan op de “P+”- en “P-”-connectoren aan de achterzijde van de monitor (let hierbij goed
op de polariteit).
- Eén voedingsblok volstaat bij een installatie met meerdere monitoren.
- De voeding moet geïnstalleerd worden op de monitor die zich het dichtst bij de eerste straatunit bevindt.
e. Instellingen van de afstemming monitor/straatunit voor een basisset (afb. 6)
Bij levering is uw videofoon al correct ingesteld voor een basisconfiguratie. U kunt deze configuratie als volgt
controleren en zo nodig wijzigen:
Voor de monitor:
- Druk op toets , selecteer ID met de pijltoets en bevestig met .
U kunt het adres van uw monitor instellen door op en te drukken en uw instellingen te bevestigen
door op te drukken. Druk op om het menu te sluiten.
De micro-afsluitschakelaar aan de achterkant van de monitor (afb. 2.10) moet op ON staan.
De configuratie voor een basisset moet zijn HOUSE 0 ROOM 1
HOUSE 0 = Woning 1
HOUSE 1 = Woning 2
ROOM 1 = Hoofdmonitor
ROOM 2 = Secundaire monitor