6.3 Bekabeling
De speciicaties voor de ventilator en motor staan op het typeplaatje aangegeven. Alle eenfasige
modellen zijn instelbaar.
De kabels moeten in overeenstemming met het schema van de bekabeling verbonden worden.
Voor nadere details, lees a.u.b. de richtlijnen voor de
exodraft
regelunits. Voor alle
exodraft
venti-
latoren is extra beveiliging vereist in overeenstemming met de stroombepalingen.
Elke op de ventilator aangesloten bliksemaleider moet de geldende stroomwetgeving volgen.
exodraft motor
Grundfos motor
Nreg
L
Z2
U1
T2
Z1
U2
T1
M
AI
N
A
U
X
N
8
7
6
5
4
3
2
1
AUX
MAIN
L1
N
POWER SUPPLY
1 x 230V ~ 50Hz
3 x 0,75
YEGN
Montage van werkschakelaar:
exodraft
wijst u erop dat de richtlijnen*) voorschrijven dat de ventilator voorzien moet worden
van een deugdelijke werkschakelaar.
*) ”EU Machine richtlijn 2006/42/EG” – Bijlage 1 – sectie 1.6.3 ”Afsluiten van de krachtbronnen”.
De schakelaar moet afsluitbaar zijn:
• of de schakelaar is zichtbaar in de buurt van de rookgasventilator uit te schake-
len
• ook dient hij in staat te zijn alle polen van de aansluitspanning te onderbreken.
Contact afstand minstens 3mm bij alle polen
De werkschakelaar vormt geen onderdeel van het standaard leveringspakket, maar dient separaat
besteld te worden
De bekabeling
aansluiten
Variabel instelbare
elektronische regelaar
Beveiliging
RS009-4-1
RS012-4-1
bruin = L
blauw = Nreg
geel/groen =
Ja
De motor is tegen
blokkeren bestand
(impedantiebeveiliging)
RS014-4-1
RS016-4-1
RS255-4-1
RS285-4-1
bruin = L
blauw = Nreg
geel/groen =
Ja
Voor de motor is een
overbelastingsbeveiliging
vereist
3000112 RS DK DE NO SE UK NL FR 211014
NL •
39