11
Montage op het plafond
1.
Plaats het apparaat op een niet-ontvlambaar
en stevig plafond.
2.
Plaats het apparaat op een minimale afstand
(Afbeelding 12) van:
•
30 cm van de zijwanden;
•
185 cm van de vloer.
3.
Monteer het apparaat niet direct boven, in de
buurt van of onder een stopcontact.
Afbeelding 12
4.
Plaats de beugel tegen het plafond en
markeer de acht gaten (Afbeelding 13).
5.
Boor acht gaten van 10 mm op de
gemarkeerde plaatsen.
6.
Plaats de verankeringsbouten (Afbeelding 13,
pos. 3).
7.
Draai de beugel (Afbeelding 13, pos. 1) op het
plafond vast met de acht moeren (Afbeelding
13, pos. 2).
Afbeelding 13
Afbeelding 14