29
Schuif de beschermrubbers op de U-beugel. Monteer nu de U-beugel, zie afb. 1 en 2.
M6 x 45
M6 x 45 met ring 17,9 x 6,5 x 1,2 en knopmoer M6
M6 x 60
M6 x 60 met ring 17,9 x 6,5 x 1,2 en knopmoer M6
M6 x 30
M6 x 30 met ring 17,9 x 6,5 x 1,2 en moer M6
Afb. 1
Afb. 2
Ring 17,9 x 6,5 x 1,2
Moer M6
Beschermkap links
Beschermkap rechts
Ring 5 mm
Moer M5
5.3 DE ACHTERLICHTEN MONTEREN
Plaats de achterlichten voor de montage eerst in de beschermkappen. Zorg ervoor dat de kabel netjes in de geleider zit en niet wordt geplet. Het achterlicht
met het achteruitrijlicht wordt in de rijrichting rechts gemonteerd, die met het mistachterlicht in de rijrichting links, daarbij moeten de openingen voor de
kentekenverlichting bij beide lichten naar binnen gericht zijn. Steek nu de draadbouten van de achterlichten door de gaten in het draagframe en schroef ze vast
met de ringen en moeren.
Achterlicht links
Achteruitrijlicht
Achterlicht rechts
Monteer de kentekenplaathouder met de voorgemonteerde schroeven en ringen zodanig op de dwarsbalk dat de lichten en de kentekenplaathouder zich op dezelfde
hoogte bevinden. De montageclips voor de bevestiging van de kentekenplaat bevinden zich als uitdrukbare delen in de kentekenplaathouder. Breek twee van de clips
uit. Schuif de kentekenplaat in de houder en duw de clips in de uitsparingen om de kentekenplaat vast te zetten.
Uitsparing voor montageclips
Clips
5.5 DE KENTEKENPLAATHOUDER MONTEREN
5.4 DE ELEKTRISCHE KABELS AANLEGGEN
Leg de kabels langs de buizen van het draagframe. De kabels mogen niet worden geknikt, opgerekt of geplet. Zet de kabels vast met de bijgeleverde kabelbin-
ders. Knip ten slotte het overtollige materiaal van de kabelbinders af met een zijkniptang.
5.6 DE FRAMEHOUDER MONTEREN
Draai de knopschroef van de framehouder los en draai deze volledig eruit. Open de klem van de framehouder en plaats de inzetstukken rond de U-beugel op
een plaats die geschikt is voor uw fiets. Plaats de klem weer rond de inzetstukken en druk deze stevig samen. Zet de framehouder vast met de knopschroef (nog
niet vastdraaien).
