08/08
5
Fonctions de pilotage
Fonction Nick
A l’aide de la fonction Nick, il est possible de faire tourner votre
hélicoptère autour de son axe transversal. Le pilote plongera
vers l’avant pour engager la propulsion vers l’avant. Comme
pour la fonction Roulis, cette manœuvre s’effectue par le réglage
de pales du rotor.
Cette manœuvre se commande également
à l’aide du levier de droite.
Si le levier de commande est
déplacé vers l’avant, la poussée ascensionnelle est amplifiée
sur la partie arrière de la rotation du rotor. La queue est alors
soulevée et le nez plonge vers l’avant. L’hélicoptère avancera
alors pendant son vol.
14) Faire monter/faire descendre (Gaz/Pas)
Levier de gauche vers l’avant:
La vitesse de rotation augmente,
l’angle d’incidence des pales du rotor principal devient plus
raide.
L’hélicoptère monte de manière verticale.
Levier de gauche vers l’arrière:
La vitesse de rotation diminue,
l’angle d’incidence des pales du rotor principal devient plus
plat.
L’hélicoptère s’abaisse de manière verticale.
15) Rotation autour de l’axe de giration (arrière)
Levier de commande de gauche vers la droite:
L’angle d’incidence des pales du rotor de queue devient plus
incliné.
L’hélicoptère oblique vers la droite.
Levier de commande de gauche vers la gauche:
L’angle d’incidence des pales du rotor de queue devient plus
plat.
L’hélicoptère oblique vers la gauche.
16) Vol latéral (Roulis)
Levier de commande de droite vers la droite:
Changement cyclique de l’angle d’incidence pour une
poussée ascensionnelle plus importante de gauche.
L’hélicoptère vole vers la droite.
Levier de commande de droite vers la gauche:
Changement cyclique de l’angle d’incidence pour une
poussée ascensionnelle plus importante de droite.
L’hélicoptère vole vers la gauche.
17) Vol vers l’avant/ vers l’arrière (Nick)
Levier de commande de droite vers l’avant:
Changement cyclique de l’angle d’incidence pour une
poussée ascensionnelle plus importante sur l’arrière.
L’hélicoptère vole vers l’avant.
Levier de commande de droite vers l’arrière:
Changement cyclique de l’angle d’incidence pour une
poussée ascensionnelle plus importante sur l’avant.
L’hélicoptère vole vers l’arrière.
Stuurfuncties
Nick-functie
Door de Nick-functie kipt de helikopter rond de dwarsas. De
piloot kipt de machine naar beneden om de voorwaartse stuw-
kracht te starten. Zoals bij de Roll-functie wordt dit door de
activering van de rotorbladen bereikt. De sturing gebeurt eve-
neens met de rechter stuurknuppel. Wordt de stuurknuppel naar
voren bewogen dan is de opwaartse druk in de achterste helft
van de rotoromloop het grootste. De staart opgetild en de neus
gedaald. De helikopter vliegt naar voren.
14) Stijgen/dalen (Gas/Pitch)
Linker stuurknuppel naar voren:
Het toerental wordt verhoogd,
de invalshoek van de hoofdrotorbladen wordt steiler.
De helikopter stijgt verticaal naar boven.
Linker stuurknuppel naar achteren:
Het toerental wordt verminderd,
De invalshoek van de hoofdrotorbladen wordt vlakker.
De helikopter daalt verticaal naar beneden.
15) Draaiing rond de rotoras (staart)
Linker stuurknuppel naar rechts:
De invalshoek van de staartrotorbladen wordt steiler.
De helikopter draait naar rechts.
Linker stuurknuppel naar links:
De invalshoek van de staartrotorbladen wordt vlakker.
De helikopter draait naar links.
16) Zijwaartse vlucht (Roll)
Rechter stuurknuppel naar rechts:
Cyclische verandering van de invalshoek naar
meer opwaartse druk links.
De helikopter vliegt naar rechts.
Rechter stuurknuppel naar links:
Cyclische verandering van de invalshoek naar
meer opwaartse druk rechts.
De helikopter vliegt naar links.
17) Voorwaartse / achterwaartse vlucht (Nick)
Rechter stuurknuppel naar voren:
Cyclische verandering van de invalshoek naar
meer opwaartse druk naar voren.
De helikopter vliegt naar voren.
Rechter stuurknuppel naar achteren:
Cyclische verandering van de invalshoek naar
meer opwaartse druk naar voren.
De helikopter vliegt naar achteren.
17
16
15
14
