HANDLEIDING VOOR AFWASMACHINES
Pag. 5 van 10
NL
Hfdst 3
RISICO'S EN BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
•
Dit apparaat is alleen bestemd voor het gebruik waarvoor het uitdrukkelijk ontwikkeld is. Ieder
ander gebruik wordt als onjuist beschouwd en is daarom gevaarlijk.
•
Het gespecialiseerde personeel dat de installatie uitvoert, moet de gebruiker goed voorlichten over
de werking van het apparaat en welke eventuele veiligheidsvoorschriften in acht genomen moeten
worden, ook door het geven van praktische demonstraties.
•
Iedere ingreep op de machine, ook bij storing, mag alleen door de fabrikant, of door een erkend
servicecentrum en door vakmensen worden verricht, waarbij alleen originele reserveonderdelen
gebruikt mogen worden.
•
Zet de machine altijd eerst uit of zorg dat hij van het elektriciteits- en waternet is losgekoppeld,
voordat u onderhouds-, reparatie en reinigingswerkzaamheden verricht.
•
De machine mag
NIET
worden gebruikt door ongetraind personeel.
•
Er mag
GEEN
spanning op de machine blijven staan als deze niet gebruikt wordt.
•
Open de deur van de machine
NOOIT
snel als het programma nog niet is afgelopen.
•
Gebruik de machine
NOOIT
zonder de door de fabrikant aangebrachte beschermingen.
•
Gebruik de machine
NOOIT
om voorwerpen af te wassen van een type, vorm, maat of materiaal,
die niet geschikt zijn voor de machinewas of die niet helemaal heel zijn.
•
Gebruik het apparaat of zijn onderdelen
NOOIT
als ladder of steun voor mensen, voorwerpen of
dieren.
•
Plaats
NOOIT
te veel gewicht op de open deur van voorladers, die erop gemaakt is alleen het
vaatrek te dragen.
•
Kom
NOOIT
met blote handen aan het vaatwasmiddel.
•
Kantel de machine
NOOIT
na de installatie.
•
Als u een storing of vloeistoflekken opmerkt, koppelt u de elektrische stroom onmiddellijk los en
sluit u de watervoorziening.
•
Zet de afwasmachine niet in de buurt van warmtebronnen met een temperatuur van meer dan
50°C.
•
Stel de afwasmachine
NOOIT
bloot aan weersinvloeden (regen, zon, etc.)
•
De vaatwasmachine mag niet in de buitenlucht worden opgesteld zonder adequate afschermingen.
•
Start een afwasprogramma nooit zonder dat de overstroombeveiliging aanwezig is, indien deze is
voorzien.
•
Kom nooit met magnetische voorwerpen in de buurt van de machine.
•
Gebruik de bovenkant van de machine niet als vlak om voorwerpen op te zetten.
•
De monteur moet de goede werking van de aarding controleren.
Na het proefdraaien moet de monteur een schriftelijke verklaring afleggen betreffende de juiste
installatie en test volgens de voorschriften en de regelen der kunst.
3.1
Normale bedrijfsomstandigheden
Omgevingstemperatuur: 40°C max. /4°C min. (gemiddeld 30°C)
Hoogte : tot 2000 meter
Relatieve vochtigheid : Max. 30% bij 40°C / max. 90% bij 20°C