LET OP!
Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
LET OP!
Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon
en vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.
Deze handeling zal de prestatie van
het apparaat verbeteren en het
elektriciteitsverbruik besparen.
5.3 Ontdooien
Uw apparaat is rijpvrij. Dit betekent dat er
geen rijp gevormd wordt als het vriesvak
werkt, noch op de binnenwanden, noch
op het voedsel. Dit komt door de
continue circulatie van koude lucht
binnen het vak door een automatisch
aangedreven ventilator. Het dooiwater
loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het
apparaat, boven de compressormotor,
waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
5.4 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel.
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
6. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Problemen oplossen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het apparaat maakt la‐
waai.
Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
NEDERLANDS
9