warmte-instelling gaat branden. Na 3
seconden gaat branden.
Om de functie uit te schakelen:
Raak
aan.
4.6
Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone op dat
moment wordt gebruikt.
Stel eerst de kookzone in en dan de
functie.
U kunt de kookstand vóór of na
het instellen van de functie instellen.
Kookzone instellen:
raak meerdere
malen aan tot het lampje van de gewenste
kookzone brandt.
De functie inschakelen of de tijd
wijzigen:
raak of van de timer aan
om de tijd in te stellen (
00 - 99
minuten).
Als het lampje van de kookzone langzaam
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:
selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om de functie uit te schakelen:
stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt terug tot
00
. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt
er een geluidssignaal en
knippert
00
. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten:
Raak
aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een
kookwekker
terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken (het display van de kookstand
toont ).
Om de functie in te schakelen:
Raak
aan. Raak of van de timer aan
om de tijd in te stellen. Als de tijd
verstreken is, klinkt er een geluidssignaal
en knippert
00
.
Het geluidssignaal stopzetten:
Raak
aan.
De functie heeft geen invloed
op de werking van de
kookzones.
4.7
STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones in voor
de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen:
raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen:
Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.8
Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones werken. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen:
raak
aan. gaat aan voor 4 seconden.De
timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen:
Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat
uitschakelt, stopt deze functie
ook.
4.9
De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het kooktoestel
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen:
zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met .
Om de functie uit te schakelen:
zet de
kookplaat aan met . Stel geen
NEDERLANDS
9