correct is gemonteerd en beweegbare
onderdelen gemakkelijk draaien.
Controleer vóór het aansluiten van de machine of
de gegevens vermeld op het kenplaatje
overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet.
7. Montage en bediening
A) Zaag instellen (fig. 1/2)
Om de draaitafel (8) te verstellen, de
vastzethandgreep (10) met 2 hele slagen
losdraaien teneinde de draaitafel (8) te
ontgrendelen.
De draaitafel (8) heeft arreteerstanden bij 0°, 15°,
22,5°, 30° en 45°. Zodra de draaitafel (8) ingeklikt
is dient de stand bijkomend te worden gefixeerd
door de vastzethandgreep (10) vast te draaien.
Indien andere schuine standen nodig zijn, wordt
de draaitafel (8) slechts vastgezet via de
vastzethandgreep (10).
De zaag wordt in de onderste werkstand
ontgrendeld door de machinekop (4) lichtjes
omlaag te drukken en tevens de borgbout (16) uit
de motorhouder te trekken.
Machinekop (4) omhoog draaien totdat de
borghaak inklikt.
Schroef (21) losdraaien en schroef (22)
verwijderen.
De van een sleuf voorziene kant van de
montageplaat op de beweeglijke
zaagbladbescherming (6) onder de kop van de
schroef (21) schuiven.
Controleer of de schroef en het afstandsstuk (25)
in de bedieningshendel (24) van de beweeglijke
zaagbladbescherming (6) zitten, dan de
montageplaat (23) draaien tot het gat (26) in de
montageplaat (23) boven het draadgat (27) van
de bovenste zaagbladafdekking ligt.
Schroef (22) weer indraaien en de beide
schroeven (21, 22) weer aanhalen.
De kop van de machine (4) kan naar links op
max. 45° schuin worden gesteld door de
spanschroef (13) los te draaien.
B) Aanslag afstellen (fig. 5/6)
Netstekker uit het stopcontact trekken.
De kop van de zaag (4) in de 90° stand brengen
en vastzethandgreep (10) vastdraaien.
Kop van de zaag (4) omlaag duwen
Een hoekprofiel (a) met het lange been, zoals in
de fig. getoond, tegen de aanslag plaatsen.
Controleren of het zaagblad (5) haaks staat t.o.v.
de aanslag (7).
Indien een correctie van de afstelling
noodzakelijk is, de beide bevestigingsschroeven
(28) van de aanslag (7) losdraaien en de aanslag
(7) haaks t.o.v. het zaagblad (5) afstellen.
Na het uitlijnen de beide bevestigingsschroeven
(28) weer aanhalen.
C) Kapsnede 90° en draaitafel 0° (fig. 1/2)
De zaag wordt ingeschakeld door de
hoofdschakelaar (3) in te drukken.
Let op! Het te zagen materiaal vast op het
oppervlak van de machine leggen zodat het
tijdens het snijden niet kan verschuiven.
Na het inschakelen van de zaag wachten totdat
het zaagblad (5) zijn maximumtoerental heeft
bereikt.
Ontgrendelknop (1) naar rechts draaien en
machinekop met de greep (2) gelijkmatig en met
een lichte druk naar beneden door het werkstuk
bewegen.
Aan het einde van de zaagbeurt de machinkop
weer naar de bovenste ruststand brengen en de
in-/uitschakelaar (3) loslaten.
Let op! Door de terughaalveer slaat de machine
automatisch omhoog, daarom handgreep (2) aan
het einde van de zaagbeurt niet loslaten maar de
machinekop langzaam en onder lichte tegendruk
omhoog bewegen.
D) Justage van de aanslag voor kapsnede 90°
(fig. 6/7)
De machinekop (4) neerwaarts brengen en met
de borgbout (16) vastzetten.
Vastzetmoer (12) losdraaien
Aanslaghoek (A) aanleggen tussen zaagblad (5)
en draaitafel (8).
Contramoer (29) losdraaien en justeerschroef
(19) instellen totdat de hoek 90° bedraagt tussen
zaagblad (5) en draaitafel (8).
Contramoer weer aanhalen om deze instelling te
fixeren.
Controleer tenslotte de positie van de
hoekaanduiding (11). Indien nodig, wijzer met
behulp van een kruiskopschroevendraaien
losdraaien, op 0° positie van de hoekschaal (15)
zetten en befestigingsschroef weer aanhalen.
E) Kapsnede 90° en draaitafel 0° - 47° (fig. 6)
Met de KGS 210 Profi kunnen schuine sneden naar
links en rechts van 0° tot 47° tot de aanslagrail
worden uitgevoerd.
De draaitafel (8) loszetten door de vastzetgreep
(10) te lossen en de pal (11) in te drukken.
Met de handgreep (2) de draaitafel (8) afstellen
op de gewenste hoek, dwz. het merkteken (a) op
de draaitafel (8) dient overeen te komen met de
NL
26
Anleitung KGS 210 Profi-12-spr. 29.10.2001 10:12 Uhr Seite 26