NL
2. Na het justeren – de top van de rail wijst steeds
omhoog – haalt u de bevestigingsmoeren van de rail
goed aan. De ketting is correct gespannen als ze
nauw aansluit bij de rail en als ze met de hand (hand
schoenen aandoen!) helemaal rond kan worden
getrokken.
AANWIJZING:
Als u de ketting alleen rond de geleiderail
kan draaien als u er hard aan trekt of als ze blokkeert, is
ze te hard gespannen. Voer dan de volgende kleine
afstelling uit:
A. Draai de 2 bevestigingsmoeren van de rail los tot ze
vingervast zijn. Verminder van kettingspanning door
de justeerschroef langzaam TEGEN DE RICHTING
VAN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN te draaien. Trek
de ketting op de geleiderail voor en terug. Ga ermee
door tot de ketting zonder wrijving kan worden be-
wogen maar toch nauw aansluit bij de rail. Verhoog
de spanning door de justeerschroef MET DE WIJZ
ERS VAN DE KLOK MEE te draaien.
B. Als de zaagketting correct is gespannen, hou dan de
top van de geleiderail recht omhoog en haal de beide
bevestigingsmoeren van de rail goed aan.
MECHANISCHE TEST VAN DE KETTINGREM
De kettingzaag is voorzien van een kettingrem die letsels
op grond van het gevaar voor terugstoten vermindert. De
rem wordt geactiveerd door druk uit te oefenen op de
remhendel als bij een terugstoot b.v. de hand van de
bedieningspersoon tegen de hendel slaat. Bij activering
van de rem stopt de ketting abrupt.
CONTROLEREN VAN DE KETTINGREM:
1. De kettingrem is ONTKOPPELD (ketting kan bewe-
gen) als de REMHENDEL NAAR ACHTEREN IS
GETROKKEN EN GEARRETEERD IS (fig. 7 A).
2. De kettingrem is INGEKOPPELD (ketting is gear-
reteerd) als de remhendel naar voren is getrokken. De
ketting mag dan niet meer kunnen bewegen (fig. 7 B).
AANWIJZING:
De remhendel moet in de beide standen
vastklikken. Gebruik de zaag niet als u een harde weer-
stand voelt of als de hendel niet kan worden verschoven.
Breng de zaag dan onmiddellijk naar de professionele
dienst na verkoop om ze te laten herstellen.
MOTORBRANDSTOF EN OLIE
MOTORBRANDSTOF
Gebruik voor optimale resultaten normale loodvrije
brandstof gemengd met speciale 2-takt-motorolie in een
mengverhouding van 40 tot 1.
BRANDSTOFMENGELING
Meng de brandstof met 2-takt-olie in een goedgekeurd
reservoir. De correcte mengverhouding van brandstof tot
olie vindt u terug in de mengtabel. Schud het reservoir
goed om alles zorgvuldig te vermengen.
6
A
C
B
VOORZICHTIG!
Een nieuwe zaagketting
wordt langer en moet bijgevolg na ca. 5
sneden worden bijgeregeld. Dit is bij nieuwe
kettingen normaal en toekomstige afstellin-
gen zullen minder vaak moeten worden uit-
gevoerd.
LET OP:
De kettingrem is wel bedoeld om
het letselrisico als gevolg van terugstoot te
verminderen, maar ze kan geen behoorlijke
bescherming bieden als met de zaag
zorgeloos wordt gewerkt. Controleer de ket-
tingrem altijd voor elk gebruik van de zaag
en ook regelmatig terwijl u er mee werkt.
VOORZICHTIG!
Als de zaagketting TE LOS
of TE HARD GESPANNEN is, gaan de
tanden, de geleiderail, de ketting en het
lager van de krukas sneller afslijten. Fig. 6
informeert over de correcte koude spanning
(A) en warme spanning (B) en dient als aan-
wijzing voor verdere afstellingen van de
zaagketting (C).
42
LET OP:
Gebruik voor deze zaag nooit
onverdunde brandstof. De motor zou daar-
door schade oplopen en u zou het recht op
garantie voor dit product verliezen. Gebruik
geen brandstofmengeling die langer dan 90
dagen is opgeslagen.
LET OP:
Als u een 2-takt-olie in afwijking
van de speciale olie gebruikt, dient u super-
olie voor luchtgekoelde 2-takt-motoren met
een mengverhouding van 40 tot 1 te
gebruiken. Neem geen 2-takt-olieproduct
met een mengverhouding van 100 tot 1.
Door onvoldoend oliën wordt de motor
beschadigd en u verliest in dit geval het
recht op garantie voor de motor.
5
D
7B
7A
Anleitung MKS 38-41 SPK 1 05.09.2005 12:33 Uhr Seite 42