4. Vóór inbedrijfstelling
Met een leidingdetector nagaan, of op die plaats
waar u de boorhamer gebruikt elektrische
leidingen, gasleidingen of waterbuizen verborgen
zijn.
Voor de aansluiting op het stroomnet controleren
of de netspanning overeenkomt met de spanning
vermeld op het kenplaatje van het toestel.
4.1 Reglementair gebruik
Het toestel is bedoeld voor het hamerboren in beton
en steen, voor werkzaamheden met de beitel en voor
het boren zonder kloppen in metaal en hout mits
gebruikmaking van de overeenkomstige boor.
4.2 Gereedschap inzetten en verwisselen (fig. 2)
Gereedschap voor het inzetten schoonmaken en
lichtjes invetten met machinevet.
Vergrendelingshuls (A) achteruit trekken en
asthouden.
Stofvrij gereedschap al draaiend de gereed
schapshouder in tot tegen de aanslag schuiven.
Het gereedschap wordt automatisch vergrendeld.
Vergrendeling controleren door aan het gereed
schap te trekken.
4.3 gereedschap ontnemen (fig. 3)
Vergrendelingshuls (A) achteruit trekken, vasthouden
en gereedschap uitnemen.
5. Inbedrijfstelling (fig. 1, pos. 3)
5.1 Aan- / uitzetten
Aanzetten:
bedrijfsschakelaar (3) indrukken
Uitzetten:
bedrijfsschakelaar (3) loslaten.
5.2 Extra handgreep (fig. 1, pos. 4)
Boorhamer om veiligheidsredenen enkel met de
extra handgreep gebruiken.
Een veilige lichaamshouding tijdens het werk krijgt u
door draaien van de extra handgreep. Extra hand-
greep tegen de wijzers van de klok in loszetten en
draaien.
Vervolgens extra handgreep terug aanhalen.
5.3 Diepteaanslag (fig. 1, pos. 5)
Vleugelschroef op de extra handgreep loszetten en
het rechte deel van de diepteaanslag het boorgat
van de extra handgreep in zetten. Diepteaanslag
afstellen en vleugelschroef terug aanhalen.
5.4 Stofvangring (fig. 4)
Voor werkzaamheden met de boorhamer direct
boven uw hoofd schuift u de stopvangring over de
boor.
5.5 Klopstop (fig. 5)
Voor het zacht aanzetten is de boorhamer voorzien
van een klopstop.
Schakelhefboom (6) naar rechts naar de stand
(b) draaien teneinde de klopfunctie uit te
schakelen.
Om de klopfunctie terug in te schakelen draait u
de schakelhefboom (6) opnieuw terug naar stand
(a).
5.6 Draaistop (fig. 6)
Voor werkzaamheden met de beitel kan de draaifun-
ctie van de boorhamer worden uitgeschakeld.
Te dien einde de stelhefboom (7) met de pijl (a)
naar de stand (c) op het huis van het toestel
draaien.
Om de draaifunctie opnieuw in te schakelen draait
u de stelhefboom (7) met de pijl (a) naar de stand
(b).
Let op:
Voor het klopboren heeft u slechts een geringe
aandrukkracht nodig. Door een te hoge
aandrukkracht wordt de motor onnodig belast.
Boor regelmatig controleren.
Een botte boor bijslijpen of vervangen.
6. Onderhoud
Voor alle werkzaamheden aan het toestel de net
stekker uit het stopcontact trekken !
Hou uw toestel altijd schoon.
Gebruik voor het schoonmaken van de kunststof
geen bijtende middelen.
Om een afzetting van stof te voorkomen is het
aan te bevelen de ventilatiespleten aan het einde
van het werk door perslucht (maxi. 3 bar) schoon
te blazen.
Koolborstels regelmatig controleren (vervuilde of
versleten koolborstels leiden tot bovenmatige
vorming van vonken en beïnvloeden nadelig het
toerental).
7. Bestellen van wisselstukken
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken volgende
gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
12
NL
Anleitung BHG 826-1 SPK 1 21.02.2005 13:58 Uhr Seite 12