SNEEUWSCHUIVERBEVESTIGING — SSA1200
61
NL
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het
gebied vrij is van stenen, stokken, draden, grind
en andere voorwerpen die per ongeluk door de
sneeuwschuiverbevestiging in een willekeurige richting
kunnen worden geslingerd en ernstig letsel bij de
bediener of anderen kunnen veroorzaken.
Wanneer u de sneeuwschuiverbevestiging gebruikt, houdt
u het gereedschap tijdens het gebruik dan stevig met beide
handen vast (afb. C).
◾
Houd rekening met de windrichting voordat u begint.
Indien mogelijk dient u de sneeuw in dezelfde richting
als de wind weg te bewegen om te voorkomen dat
sneeuw in uw gezicht wordt geblazen.
◾
Sommige delen van de sneeuwschuiverbevestiging
kunnen onder extreme weersomstandigheden
bevriezen. Probeer het gereedschap niet te gebruiken
met bevroren onderdelen.
◾
Als het gereedschap tijdens het gebruik in aanraking
komt met een obstakel van welke soort dan ook, stop
het dan en verwijder het accupack. Controleer het
gereedschap zorgvuldig voor gebruik.
◾
Als het pak sneeuw te dik en dieper is dan de
ontruimingsdiepte, kan het nodig zijn vaker dan een
keer over een plek heen te gaan.
Als u klaar bent, laat u het gereedschap een paar minuten
draaien om alle sneeuw de schroeftransporteur te laten
verwijderen voordat u het opbergt.
HET GEREEDSCHAP STARTEN/STOPPEN
Zie het gedeelte “
STARTEN/STOPPEN VAN DE MO-
TORKOP
” in de gebruiksaanwijzing van de motorkop
PH1400E.
DEFLECTOR INSTELKNOP (afb. D)
De uitwerprichting van deze sneeuwschuiverbevestiging
kan worden gewijzigd door de afbuigknop naar links, naar
voren of naar rechts te draaien.
Het maximale instelbereik van de knop is 60° (30° naar
links of rechts).
De knop wordt vergrendeld wanneer deze zich in de
meest linkse of meest rechtse positie bevindt. Druk op de
knop en draai hem in tegengestelde richting om hem te
ontgrendelen.
D-1 Vergrendelingsindicator
D-2 Deflector instelknop
ONDERHOUD
ALGEMEEN ONDERHOUD
Maak de kunststof onderdelen niet schoon met
oplosmiddelen. De meeste kunststoffen kunnen worden
beschadigd wanneer ze in contact komen met commerciële
oplosmiddelen. Gebruik een schone doek voor het
verwijderen van vuil, stof, olie, smeer, etc.
WAARSCHUWING:
Als u de
sneeuwschuiverbevestiging reinigt, dompel hem dan NIET
in water of andere vloeistoffen.
MONTAGE EN DEMONTAGE VAN DE SCHRAAPBALK
1. Verwijder het accupack van de motorkop.
2. Leg de sneeuwschuiverbevestiging op zijn kant of op
een andere geschikte positie voor onderhoud aan de
schraapbalk.
3. Verwijder de vier schroeven aan de voorkant van
de schraapbalk, evenals de twee schroeven aan
beide uiteinden. Gebruik een schroevendraaier (niet
meegeleverd) om ze los te draaien (afb. E & F).
E-1 Schraapbalk
4 . Vervang de versleten schraapbalk indien nodig door
een nieuwe.
5. Om weer in elkaar te zetten, plaatst u een nieuwe
schraapbalk, met de zes gaten uitgelijnd, steekt u de
zes schroeven in de gaten en draait u ze vast met
een schroevendraaier (niet inbegrepen).
SMEREN VAN DE VERSNELLING
De versnelling in de versnellingsbak dient regelmatig met
smeervet voor versnellingen te worden gevet. Controleer het
vetniveau van de versnellingsbak ongeveer alle 50 uur van
gebruik door de vergrendelschroef aan de zijkant van de bak
te verwijderen.
Als u geen vet meer ziet aan de zijkanten van de versnelling,
dient u de onderstaande stappen te volgen voor het tot 3/4
bijvullen van het vet.
Vul de versnellingsbak niet helemaal.
1. Zet het toebehoor rechtop zodat de vergrendelschroef
naar boven is gericht (afb. G).
G-1 Tandwielkast
G-2 Afdichtschroef
2. Gebruik de meegeleverde multifunctionele sleutel en
verwijder de vergrendelschroef.