4): aanbrengen verwarmingskabel
De verwarmingskabel wordt in een zig zag
patroon op de strips aangebracht.
De onderlinge afstand tussen de kabels kunt
u aflezen in de tabel op pagina 2. U begint op
de plaats waar de PVC buis van de
verwarmingskabel uit de muur komt. Aan het
einde van de kabel stopt u met leggen, u
hoeft met het einde van de verwarmings-
kabel niet terug naar het aansluitpunt.
De vloersensor van de thermostaat wordt
tussen de verwarmingskabels in een PVC
buis gelegd. De afstand van de muur tot de
sensor bedraagt minimaal 50 cm (zie foto).
Let op: het uiteinde van de PVC buis
afdichten m.b.v. tape zodat de voeler niet in
aanraking komt met de egaline of cement
gietvloeren.
5): controle kabel
Op plaatsen waar later in de vloer geboord
wordt (bijvoorbeeld voor de montage van
een toilet) geen verwarmingskabel leggen !
Om oververhitting te voorkomen mag de
verwarmingskabel niet gekruist of ingekort
worden, tevens mag de verwarmingskabel
zichzelf niet raken. Indien u na montage
kabel overhoudt, dient u de onderlinge
afstand tussen de verwarmingskabels te
verkleinen (minimaal 6 cm). U kunt de
werking van de kabel nu testen door deze
direct aan te sluiten op de netspanning (230
VAC). Na enige minuten voelt u de kabel
warm worden. Let op, de kabel dient
helemaal uitgerold te zijn.
6): egaline of cement gietvloer aanbrengen
De vloer wordt geëgaliseerd met een zelf
nivellerende vloeregaline of een cement
gietvloer welke geschikt is voor (elektrische)
vloerverwarming.
De laagdikte is minimaal 6 mm. Volg de
verwerkingsinstructies van de fabrikant.
5
