NEDERLANDS
81
c)
Wanneer de accu niet wordt gebruikt,
houd die dan uit de buurt van andere
metalen voorwerpen, zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen die
een verbinding kunnen maken van de
ene pool naar de andere.
Het kortsluiten
van de polen van de batterij kan leiden tot
brandwonden of brand.
d)
Wanneer de accu onjuist wordt gebruikt,
kan vloeistof uit de accu weglekken.
Vermijd contact met deze vloeistof. Als er
per ongeluk contact ontstaat, spoel dan
met water. Raadpleeg een arts wanneer
de vloeistof in contact komt met de ogen.
Vloeistof die uit de accu lekt, kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
6) SERVICE
a)
Laat uw elektrische werktuig onderhouden
door een erkende onderhoudsmonteur die
alleen identieke vervangingsonderdelen
gebruik
t.
Hiermee wordt de veiligheid van
het elektrische werktuig gewaarborgd.
AANVULLENDE SPECIFIEKE
VEILIGHEIDSREGELS
Veiligheidsinstructies voor alle
werkzaamheden
a)
GEVAAR:
Houd handen uit de buurt
van het snijgebied en het blad. Houd uw
tweede hand op de hulphendel, of op de
motorbehuizing.
Indien beide handen de zaag
vasthouden, kunnen ze niet gesneden worden
door het blad.
b)
Reik niet onder het werkstuk.
De
bescherming kan u niet beschermen tegen het
blad onder het werkstuk.
c)
Pas de snijdiepte aan de dikte van het
werkstuk aan.
Er moet minder een volledige
tand van de bladtanden zichtbaar zijn onder het
werkstuk.
d)
Houd nooit het te snijden stuk in uw handen
of tussen uw benen. Bevestig het werkstuk
op een stabiel platform.
Het is belangrijk om
het werk goed te ondersteunen om blootstelling
van het lichaam, het vastraken van het blad of
controleverlies zoveel mogelijk te beperken.
e)
Houd het werktuig vast via de geïsoleerde
grijpvlakken als u een bewerking uitvoert
waarbij het snijgereedschap verborgen
bedrading kan raken.
Door contact met een
snoer onder spanning zullen blootgestelde
metalen onderdelen van het werktuig ook onder
spanning komen te staan en de gebruiker
elektrocuteren.
f)
Bij het afscheuren, gebruik dan steeds een
afscheurrand of een rechte geleiding.
Dit
verbetert de nauwkeurigheid van het snijden en
beperkt het risico dat het blad klem raakt.
g)
Gebruik altijd bladen met de correcte
grootte en vorm (diamant versus rond)
van boomopeningen.
Bladen die niet
overeenstemmen met de montagehardware
van de zaag draaien excentrisch en leiden tot
controleverlies.
h)
Gebruik nooit beschadigde of onjuiste
bladsluitringen of bout.
De bladsluitringen en
bout werden speciaal ontworpen voor uw zaag,
voor een optimale prestatie en veiligheid van
bediening.
Oorzaken en voorkomen door de
gebruiker van terugslag
– Terugslag is een plotse reactie op een
klemgeraakt of verkeerd gericht zaagblad en
leidt ertoe dat een niet-bestuurde zaag optilt uit
het werkstuk in de richting van de bediener;
– Als het blad klem raakt of stevig vastzit in een
snede die nauwer wordt, dan stopt het blad en
de motor reageert door snel in de richting van
de bediener te gaan;
– Indien het blad gedraaid of verkeerd gericht
raakt in de snede, dan kunnen de tanden
aan de achterkant van het blad in het
bovenoppervlak van het hout dringen waardoor
het blad uit de snede klimt en naar de bediener
springt.
Terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van het
werktuig en/of verkeerde werkomstandigheden
en kan voorkomen worden door de juiste
voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals hieronder
aangegeven.
a)
Behoud een stevige greep met beide
handen op de zaag en plaats uw armen
om terugslagkrachten te weerstaan. Plaats
uw lichaam aan beide zijden van het blad,
maar niet in de lijn van het blad.
Terugslag
kan ertoe leiden dat de zaag terugspringt,
maar terugslagkrachten kunnen onder controle
gehouden worden door de bediener indien
goede voorzorgsmaatregelen genomen zijn.
b)
Wanneer een schijf vast komt te zitten,
of wanneer het doorslijpen om wat voor
reden dan ook wordt onderbroken, laat de
drukschakelaar dan los en houdt de eenheid
bewegingloos in het materiaal totdat de
Summary of Contents for DC351
Page 1: ...DC351 www eu ...
Page 3: ...1 n p Figure 1 c b a h d f g e j j k l m n o Figure 2 q n ...
Page 4: ...2 Figure 3 Figure 4 r s k u t v 2 3 mm 2 3 mm l m ...
Page 5: ...3 Figure 5 f Figure 6 d h c ...
Page 6: ...4 Figure 7 Figure 8 w aa w bb y z ...
Page 168: ......
Page 169: ......